Zoeken

Taking Woodstock

  • Cinevision.be/nl quoteert Taking Woodstock met een 3/5
  • Regisseur: Ang Lee
  • Cast: Demetri Martin, Imelda Staunton, Emile Hirsch, Liev Schreiber
  • Genre: Muzikale komedie
  • Duur: 120 minuten
  • Releasedatum DVD: 21-01-2010
  • Distributeur DVD: A-Film HE
Bekijk de cover van de film "Taking Woodstock"

Veertig jaar is het intussen geleden dat honderdduizenden hippies naar Bethel, New York (en dus niet naar Woodstock, dat er zo’n 65 kilometer vandaan lag) afzakten voor het meest legendarische pop- en rockconcert uit de muziekgeschiedenis. Niemand die er nog nooit van gehoord heeft, maar weet je ook hoe dit iconische muzikale samenzijn tot stand kwam? De Taiwanese cineast Ang Lee - na prijslaureaat ‘Brokeback Mountain’ en ophefmaker ‘Lust, Caution’ gooit hij het over een luchtigere boeg - doet het uit de doeken aan de hand van het coming-of-age-verhaal van Elliot Tiber, op wiens pennentrekken hij zich baseerde.

In zijn roman beschrijft Tiber hoe hij als ontluikende knaap z’n ouders hielp bij het runnen van hun motel El Monaco. Jaarlijks organiseerde Tiber een festivalletje waarin hij enkele locals de kans bood op te treden. Wanneer het naburige Wallkill de organisators van het Woodstock-festival een nul op het rekest gaven, aarzelde de commerciële snaak geen seconde en belde hij naar producent Michael Lang, die meteen per helikopter kwam aanzetten. Toen bleek dat hij niet erg onder de indruk was van Tibers veld bracht die laatste hem in contact met Max Yasgur, wiens beschikbare hectareaantal wél in de smaak viel.

Zolang het verhaal de ontstaansgeschiedenis van het festival ontvouwt, is ‘Taking Woodstock’ prettig, zij het nooit erg diepgaand kijkvoer. Met personages die de karikatuur maar moeilijk ontstijgen - Elliots moeder bijvoorbeeld is een rondlopend cliché, en de vertolking van Imelda Staunton is er zover over dat zij je nergens van die indruk kan ontdoen - en situaties die je evengoed in de eerste de beste sitcom tegenkomt, kan je deze ‘uit het leven gegrepen’-komedie niet meteen fijnbesnaard noemen, maar de op z’n kop staande en van de hak op de tak springende structuur sluit wel aan bij de losbandige flowerpowersfeer die Lee tracht op te roepen.

Eens de horden blowende, snuivende, drinkende en volstrekt verward voor zich uit starende muziekfans annex hippies komen aanzetten, zakt de film als een soufflé (of eerder een spacecake) in elkaar. De dialogen beperken zich tot niets meer dan “Far out” of “Right on”, van het festival zelf krijgen we amper iets te zien (ook de soundtrack waarop geen enkele grootheid de revue passeert, is een dikke tegenvaller) en de focus die Lee en scenarist Schamus leggen op de zich van onder het ouderlijke juk onttrekkende personage Elliot Tiber - we zien hoe hij zijn eerste joint smoort, zijn eerste seksuele gevoelens ervaart, etc. - raakt niet altijd de juiste snaar.

Maar de vertolkingen maken heel wat goed. Zo zet de Amerikaanse komiek Demetri Martin Elliot ruggengraatloos neer, maar misschien past dat nog wel het best bij dat personage. Emile Hirsch weet minder te overtuigen als Vietnam-veteraan en ook Liev Schreiber is een vrij ongeloofwaardige drag queen, maar Eugene Levy’s optreden - ver weg van zijn ‘American Pie’-rollen - mag er dan weer wel wezen. Voorts steken we onze duim ook omhoog voor de puike beeldvoering (ondanks de tonnen figuranten die op de set ronddwaalden, brengt Lee het geheel verrassend vloeiend in beeld) en de zonder meer prachtige affiche in ware retrostijl, die de hippietijd aardig evoceert.

Peter Janssens

© Cinevision.be/nl

   Bioscoop

   DVD/Blu-Ray