Cinevision
Film besprekingen: bioscoop, dvd en Blu-ray
Street Fighter: The Legend Of Chun-Li
Het Britse filmmagazine Empire organiseerde kort geleden een poll waarin op zoek gegaan werd naar de slechtste film aller tijden. De Schumacher-miskleun ‘Batman & Robin’ had de dubieuze eer om als winnaar uit de bus te komen, met een ruime voorsprong op Travolta’s Scientology-fiction ‘Battlefield Earth’, die tweede finishte. Maar verrassend genoeg geen enkel spoor te bekennen van speladaptatie ‘Street Fighter’, zó schabouwelijk dat het zelfs voor Belgiës beroemdste spierbundel een nieuw all time low betekende.
Het terecht floppen van die laatste smoorde de potentiële sequels meteen in de kiem, al blijkt die vervolgdoem enigszins opgeheven door het feit dat de computer- en consolegames doorheen de jaren aan succes herwonnen hebben. Vijftien jaar na Van Damme’s faux pas en na het recente scoren van de ‘Resident Evil’-films besloot de Japanse gameproducent Capcom (eveneens het bedrijf achter die goedscorende zombiehorror) hun straatvechterfranchise wederom naar het grote scherm te vertalen. Zij het met een vrouwelijk personage in de hoofdrol: Chun-Li. Had zij in de versie uit 1994 weinig meer dan een veredelde bijrol, komen we nu iets meer te weten over de knokkende deerne.
Als jong meisje is Chun-Li (ex-‘Smallville’-actrice Kristin Kreuk) getuige van de kidnapping van haar pa, die ervan droomde dat zijn kleine meid concertpianiste zou worden. Zo geschiedde, maar het is gauw duidelijk dat de toekomst van de Aziatische halfbloed zich niet achter een piano zal afspelen. Zo trekt ze, na het overlijden van haar moeder, op onderzoek uit: ze wil de afkomst achterhalen van een oude rol met Chinese teksten die onlangs bij haar is bezorgd.
Zo komt Chun-Li Bison (Neal McDonough) op het spoor, van een soortement evil makelaar die alle vastgoed in de Bangkokse sloppenwijken wil opkopen met als doel er luxeappartement te bouwen en die met een pak winst te verkopen. Klinkt hip? Niet bepaald, maar het leger vechtjassen waardoor de cijfersnoodaard zich laat omringen, is dat wel. Ook komt Chun-Li erachter dat Bison verantwoordelijk is voor de verdwijning van haar vader. Ze gaat in de leer bij kungfumeester Gen (Robin Shou), een ex-rechterhand van Bison, die al een tijdje op wraak zint en op die manier zijn kans mooi ziet. Ook agent Charlie Nash (Chris Klein) en partner Maya Sunee (Moon Bloodgood) zijn vastberaden om de troepen van Bison (en de man zelf uiteraard) lam te leggen.
Het scenario mist diepgang, het vele stunt- en vliegwerk kan slechts bij momenten overtuigen en het acteerwerk is niet consistent, maar toch is ‘Street Fighter: The Legend Of Chun-Li’ beslist een stap in de goede richting na zijn abominabele voorganger. In de regiestoel nestelde zich ditmaal Pools filmer Andrzej Bartkowiak, die na films als ‘Romeo Must Die’ en ‘Cradle 2 The Grave’ (allebei met Jet Li) wel weet hoe je er anderhalf uur lang de vaart inhoudt. Ook Neal McDonough is patent gecast als schurk met dienst, terwijl Michael Clarke Duncan (de kolossale neger uit ‘The Green Mile’) het goed doet als brute kracht Balrog. Geen hoogvlieger, maar voor de fans van de game heeft deze rechttoe rechtaan ingeblikte genreoefening wellicht de nodige thrills in huis.