Cinevision
Film besprekingen: bioscoop, dvd en Blu-ray
Fanboys
Wie weet hoeveel manen Tatooine telt, hoeveel parsecs de Millennium Falcon nodig heeft om van daaruit naar het Dagobahstelsel te vliegen, en tot welk ras Greedo behoort? En kan aansluitend foutloos tien namen van Ewoks noemen? Wie de antwoorden op bovenstaande vragen zonder verpinken uit de mouw kan schudden zou in principe de nodige lol moeten beleven aan ‘Fanboys’, een komedie die de ‘Stars Wars’-obsessie van een paar nerds en geeks centraal stelt. En hen tegelijkertijd ook een vete laat uitvechten tegen een bende venijnige Trekkies.
‘Fanboys’ speelt zich af in 1998, enkele maanden voor de première van ‘Star Wars: The Phantom Menace’. Jeugd- en boezemvrienden (zij het met hier en daar een haar in de boter) Linus, Hutch, Windows en Bottler zijn echte ‘Star Wars’-fans. De anticipatie voor de start van de nieuwe trilogie is zo groot dat ze besluiten om roadtripgewijs naar San Francisco te reizen en er binnen te breken in George Lucas’ Skywalker Ranch om als allereerste de nieuwe ‘Star Wars’-film te kunnen zien. Een boud plan, zij het met een reden: Linus leidt immers aan kanker, en de kans is groot dat hij al zal overleden zijn als de film voor het publiek in première gaat.
Het uitgangspunt van ‘Fanboys’ is manna voor elke ‘Star Wars’-fan. De uitwerking is dat tot op zekere hoogte ook. De film begint met een parodie op de befaamde begintitelscroll van ‘Star Wars’, en zowel Carrie Fisher, Billy Dee Williams als Ray Park hebben cameo’s (al spelen zij niet zichzelf). William Shatner doet dat wel: hij mag zichzelf zijn op een ‘Star Trek’-conventie in Las Vegas, en zijn verschijning blijkt zowaar zelfs primordiaal om de missie van de hoofdpersonages te laten slagen. Zolang ‘Fanboys’ grappen en grollen etaleert die met ‘Star Wars’ en andere Hollywoodiconen te maken hebben (ook Michael Bay krijgt een veeg uit de pan) glijdt het allemaal als zoete koek binnen. Helaas grossiert ‘Fanboys’ ook in ladingen niet zo geslaagde en nodeloos grove humor, waardoor alles iets te vaak op de bek gaat. Bovendien hebben de personages allemaal persoonlijke problemen: Linus heeft kanker, Bottler moet kiezen tussen zijn vrijheid of de wil van zijn dark force vader die hem aan het hoofd van zijn autohandelketen wil plaatsen, Windows moet zijn schroom zien te overwinnen zodat hij zijn liefde kan betuigen aan Zoe (Kristen Bell), volwassen bedoelde dilemma’s die vloeken met de vaak infantiele humor. Zeker de plot rond Linus’ kanker rammelt langs alle kanten: vooral omdat de makers geen greintje ontroering weten te stoppen in deze flets geoliede verhaalscharnier.
‘Fanboys’ kreeg de zegen van George Lucas, maar kwam er niet zonder slag of stoot. Oorspronkelijk zou de film in première gaan in 2007, maar reshoots staken daar een stokje voor. Bovendien gingen de producerende Weinsteinbroers er met de grove borstel door. Ze haalden regisseur Kyle Newman van het project en lieten sommige scènes opnieuw opnemen door Steven Brill. En bovendien knipten ze de volledige kankerplot uit de film. Die er vervolgens – onder druk van een internetcampagne van fans die Newmans oorspronkelijke visie wilden zien – terug werd in verwerkt, zij het minder prominent dan oorspronkelijk gepland door Newman. Waardoor de film uiteindelijk pas begin 2009 in de Amerikaanse zalen werd uitgebracht.
Of de film beter zou zijn geweest zonder de bemoeienissen van Bob en Harvey Weinstein blijft de vraag. ‘Fanboys’ ademt continu het aura uit van een goed idee op zoek naar een even goede uitwerking. Voor elke geslaagde grap is er helaas een vondst die plat op het gat gaat, waardoor het moeilijk is om ‘Fanboys’ zonder hoofdschudden uit te zitten. Of om het op zijn Yoda’s te zeggen: strong this wants to be with the Force, but too much faults to succeed this has.