Zoeken

La Rançon De La Gloire

  • Cinevision.be/nl quoteert La Rançon De La Gloire met een 3/5
  • Regisseur: Xavier Beauvois
  • Cast: Benoit Poelvoorde, Roschdy Zem, Séli Gmach, Peter Coyote
  • Genre: Tragikomedie
  • Duur: 109 minuten
  • Releasedatum DVD: 07-05-2015
  • Distributeur DVD: Lumière
Bekijk de cover van de film "La Rançon De La Gloire"
Wereldnieuws op 1 maart 1978: in het Zwitserse Corsier-sur-Vevey bleek dat de lijkkist met het stoffelijk overschot van Charlie Chaplin was gestolen. Genoeg reden tot speculatie: zo deden geruchten de ronde dat hij ontvoerd was door Britten omdat ze hem een laatste rustplaats op Engels grondgebied wilden gunnen. Of misschien was de dader wel een gestoorde fan. Pistes die werden verlaten toen Charlies echtgenote Oona telefoontjes kreeg van een man die beweerde de kist te hebben gestolen in ruil voor een losgeld van zo’n zeshonderdduizend dollar. Genoeg reden voor de Zwitserse politie om een net te spannen: ze hielden alle telefoonkiosken in de buurt in de gaten en konden de twee boosdoeners arresteren toen ze opnieuw contact wilden opnemen. De daders bleken twee immigranten/vluchtelingen te zijn – een Pool en een Bulgaar. Ze hadden de kist met Chaplins lichaam opnieuw begraven ergens in een maisveld in afwachting dat ze het losgeld overhandigd kregen. De Pool Roman Wardas kreeg vier jaar dwangarbeid, zijn kompaan Gantscho Ganev achttien maand voorwaardelijk. En samen eigenlijk ook een beetje eeuwige roem – toch zeker in naslagwerken en op websites die historische faits divers in ere houden. 

De Franse cineast Xavier Beauvois (‘Le Petit Lieutenant’, ‘Des Hommes Et Des Dieux’) vond de tijd rijp om rond het gegeven van de lijkenpikkerij een film te draaien. Zij het geen die de zaak minutieus en waarheidsgetrouw uit de doeken doet. Hij gebruikt de roof in eerste instantie voor een fictief verhaal waarin de diefstal van Chaplins lijkkist weliswaar behouden blijft, maar waarin alle personages fictief zijn ingekleurd. En dat zorgt voor eigen accenten en een eigen klankkleur. 

Beauvois springt duidelijk op de bres voor de twee daders. Hun immigrantenstatus is zelfs behouden, de nationaliteiten zijn veranderd naar Algerijns en Belgisch. Eddy (Benoit Poelvoorde) en Osman (Roschdy Zem) leerden elkaar kennen in een opvangcentrum in Zwitserland. Bij een brand daar redde Eddy het leven van Osman, waarop de laatste zich genoodzaakt ziet om zijn makker te helpen wanneer die hulp nodig heeft. Wanneer Eddy na een gevangenisstraf vrijkomt, biedt Osman hem onderdak aan in een caravan bij zijn huis. Breed heeft Osman het niet: hij komt aan de kost als klusjesman en zijn vrouw ligt in het ziekenhuis. De kosten van de vele behandelingen kunnen ze niet terugbetalen, en dan is er nog dochtertje Samira die zorgeloos moet kunnen opgroeien. Eddy besluit Osman wat te helpen, onder meer door hem een klein zwart-wittelevisietoestel te schenken. Wanneer Eddy via die weg verneemt dat de familie van de op kerstdag 1977 overleden Chaplin er warmpjes inzit, ontspint zich het idee om het lijk te stelen en het terug te brengen in ruil voor een fikse duit. 

‘La Rançon De La Gloire’ chaplinesk noemen is niet ver naast de waarheid. Op een bepaald moment zegt Poelvoorde het zelfs: Chaplin kwam op voor de kleine en arme man, dus hij zal er geen graten inzien om ons na zijn dood nog wat te helpen. Beauvois trekt die instek door: Zem vertolkt een arme zielenpoot én immigrant die geen middelen heeft om zijn gezin te onderhouden, Poelvoorde incarneert het clowneske aspect van Chaplin en gaat zelfs aan de slag als clown in een circus. Beauvois heeft eveneens aandacht voor de tijdsgeest: de score van Michel Legrand klinkt heel erg seventies en gaat naadloos over in de door Chaplin zelf gecomponeerde filmmuziek die hier wordt gebruikt. Dat er hier en daar gemanipuleerd wordt, zien we graag door de vingers. Door de twee ‘ontvoerders’ een reden te geven voor hun daad – en hen als twee sympathieke losers voor te stellen – bedekt Beauvois hun misdaad wel met een heel uitgestrekte mantel der liefde.

Dus ja, je kan discussiëren over de aanpak. Vast staat dat Beauvois een mooie en zelfs ontroerende film aflevert. Poelvoorde en Zem zijn uitstekend als de mannen met het niet zo waterdichte plan, en tijdens hun hilarische telefoongesprekken met Oona Chaplin en Chaplins persoonlijke secretaris (Peter Coyote) wordt heel nadrukkelijk naar de lach gehengeld. Maar het werkt binnen de contouren van deze eerbiedwaardige tragikomedie. De familie van Chaplin kan zich alvast verzoenen met Beauvois’ aanpak: de inmiddels eenenzestig jarige Eugene Chaplin – een van Charlies vele kinderen – werkte zelfs aan ‘La Rançon De La Gloire’ mee als adviseur aan de circusscènes. Iets wat zijn vader ongetwijfeld ten zeerste zou hebben geapprecieerd. 

Simon Couwens

© Cinevision.be/nl

   Bioscoop

   DVD/Blu-Ray