Wonderkind Darren Aronofsky deelt toegankelijkere uppercuts uit in ‘The Wrestler’, een drama met een klassieke opzet, maar inventieve uitwerking. Na de drugsmozaïek ‘Requiem For A Dream’ en het filosofische ‘The Fountain’ lijkt hij een andere koers te varen, maar wie verder kijkt, ontdekt nog altijd de unieke visie van een visionair beeldenstormer, die andermaal verrast met ongezien baldadig camerawerk.
Clever castte hij Mickey Rourke in de rol van Randy ‘The Ram’ Robinson, een worstelaar die in de jaren tachtig naam en faam oogstte, en twintig jaar later nog altijd aan de kost komt met het uitdelen van maag- en kopstoten. Zoveel appreciatie en adoratie die hem in de ring te beurt vallen, zo weinig waardering vindt hij daarbuiten. Een plotse hartaanval na alweer een match vol spectaculair bloedvergieten plaatst hem oog in oog met zijn sterfelijkheid, wat hem ertoe drijft zijn carrière als wrestler de rug toe te keren. Heimelijk is hij verliefd op een oudere stripteaseuse (Marisa Tomei), een alleenstaande moeder met een 9-jarig zoontje, en wil hij de fragiele relatie met zijn dochter (Evan Rachel Wood), die hij jaren niet zag, opnieuw verstevigen. Maar de wereld daarbuiten lacht hem niet toe.
Op de gehavende tronie van Mickey Rourke - als acteur op eeuwige retour speelt hij hier haast een afspiegeling van zichzelf - valt tragiek, teleurstelling, verbittering, maar ook gedrevenheid af te lezen. Dat subtiele spel van emoties resulteert in één van de mooiste, breekbaarste vertolkingen uit zijn carrière, en misschien ook wel de beste van het jaar. Aronofsky volgt zijn hoofdfiguur met de camera in de nek, maar het is Rourke die aan die semi-documentarische registratie (van een fictieve vertelling) de naturel geeft waarom hij smeekt.
Anders dan in zijn vorige films, zoomt de Amerikaanse filmer in op slechts één karakter, een man met wie we ons al snel verbonden voelen en voor wie we supporteren. “De wereld geeft geen zier om mij”, zegt hij, tot besef komende dat zijn enige plaats de ring is. Een man die nog steeds in de jaren tachtig is blijven leven, en dat merk je ook aan de klankband vol foute rocksongs en Randy’s non-kennis van hedendaagse trends. Een verduiveld emotioneel verhaal dus, waarmee Aronofsky met een pakkende intensiteit de aangegrepen kijker verplettert. De worstelscènes stralen een viscerale explosiviteit uit die het hartritme de hoogte injaagt, maar tegelijk kruidt hij zijn relaas met humor, al dan niet bitter.
Alsof hij beseft dat zijn verhaal niet het enige kloppende hart is (we hebben het al eerder gezien), maar wel de onconventionele manier waarop hij het vertelt (het gevecht in flashbackvorm) en de hartverscheurende vertolkingen die het levensecht maken: ook Evan Rachel Wood en Marisa Tomei zijn akelig goed op dreef. Maar Rourke steelt de show, hij tornt het allemaal op zijn brede robuuste, maar kwetsbare schouders. En natuurlijk ook Aronofsky, die koos voor een open einde. Maar wel het enige juiste. Een pareltje.
Extra’s Blu-ray: wie zegt er dat Mickey Rourke een moeilijke jongen is? Je hoort hem alleszins een paar keer interviewgewijs aan het woord bij het bonusmateriaal van deze Blu-ray-uitgave. De kroon spant echter een 43 minuten durende documentaire die luistert naar de titel ‘Within The Ring’, waarin we meer over de productie te weten komen. Interessant o.a. om enkele echte worstelaars aan het woord te horen over hun gekozen beroep.