Na de twee ‘Blinker’-films, is ‘De Zusjes Kriegel’ de derde film, gebaseerd op een jeugdverhaal van Marc De Bel.
De zusjes zijn de drieling Lien (Katleen Apers), Fien (Evelien Apers) en Sien (Dorien Janssens). In de buurt zijn ze berucht voor het uitsteken van verregaand kattenkwaad. Wanneer ze per ongeluk een brand veroorzaken in hun school, is het hek helemaal van de dam. De zusjes worden in een instelling geplaatst, onder toezicht van psychiater Vandekerckhove (Victor Löw). De meisjes komen er achter dat de dokter er een illustere organenhandel op nahoudt. Met behulp van juffrouw Anne (Veerle Baetens) en oma Diana (Gilda De Bal), besluiten de zusjes de strijd aan te gaan met deze verpersoonlijking van het kwaad.
‘De Zusjes Kriegel’ wil heel graag een thriller zijn, maar is nergens echt spannend. De film bevat een donkere, obscure fotografie en boogt op een originele, knap gecomponeerde soundtrack van Hans Helewaut. Mede door de gepaste muziek, bevat deze uit de kluiten gewassen jeugdfilm één staaltje knappe cinema, namelijk de scène waarin de meisjes vluchten uit blok D.
Jammer genoeg lijken de drie hoofdrolspeelsters gespeend van elke vorm van acteerkunst, waardoor haast elke scène zijn effect grandioos mist. Toch zijn het niet alleen de meisjes die het laten afweten, ook gevestigde waarden als Gilda De Bal en Nederlander Victor Löw gaan zwaar over de schreef en bezondigen zich moeiteloos aan overacting. Enkel Veerle Baetens weet zich nog min of meer overtuigend te profileren.
Met een scenario waarin zich meer gaten bevinden dan in een Zwitserse Emmental, is ‘De Zusjes Kriegel’ een tegenvaller van formaat en een absolute misser op het palmares van regisseur Dirk Beliën, die in 2003 nog een Oscarnominatie kreeg voor zijn kortfilm ‘Fait D’Hiver’!