Cinevision
Film besprekingen: bioscoop, dvd en Blu-ray

Wie al veel horrorfilms achter de kiezen heeft, wéét dat tieners - bij voorkeur een groepje vrienden - de makkelijkste prooi blijven. Dat is ook zo in ‘The Tripper’, waar een killer met een Ronald Reagan-masker (na Jason en Freddy krijgen we ditmaal een freak met een politieke agenda voorgeschoteld) jacht maakt op een bende hippies die de bossen intrekken om daar een Woodstock-achtig popfestival bij te wonen. Waar de jongelui de behoefte hebben een weekend lang stoned rond te lopen, heeft de met een bijl uitgeruste butcher andere plannen.

Geef toe, het uitgangspunt van David Arquette’s (ja, die ietwat sjofele flik uit Cravens ‘Scream’-films) regiedebuut klinkt tegelijk afgezaagd en origineel. Afgezaagd omdat de tijd dat een stelletje tieners dat op zoek naar sex, drugs and rock ’n roll een geflipte seriemoordenaar tegen het lijf loopt nog enigszins tot verrassende cinema kon leiden anno 2009 definitief voorbij is, maar tegelijk ook interessant omdat het masker ditmaal niet gemodelleerd is naar één of andere gruwelijke tronie, als wel naar die van een Amerikaanse president die al bij al een tamme en makkelijke regeerperiode heeft gekend.

Arquette verklaarde dat politieke statements niet z’n ding zijn en dat hij vooral de toer van collega-horrorfilmers Wes Craven en Tobe Hooper wilde opgaan. Toch kan je niet ontkennen dat er van tijd tot tijd een grap passeert die duidelijk een meer geëngageerde insteek heeft. Een voorbeeld? Wanneer een slachtoffer in spé oog in oog staat met zijn presidentiële agressor probeert hij zich te redden met de woorden: “But I’m a Republican!” Ook de verwijzingen naar de Bush-administratie (de rednecks die hem tot beste president aller tijden uitroepen) tonen dat het Arquette toch niet enkel om de gruwel te doen was.

Het duurt ook eventjes vooraleer de film finaal het horrorpad bewandelt. Zo schiet het allemaal erg stroef uit de startblokken en zijn we in het begin vooral getuige van drugsrokende en bierdrinkende jongeren die door de lokale gemeenschap niet met open armen onthaald worden. Naast de tieners die op de vlucht moeten voor de psycho killer volgen we ook een agent (Thomas Jane) die zowel de jongerengemeenschap, die voor het concert zijn afgezakt, als de locals in bedwang tracht te houden, een gekke showorganisator (Paul Reubens) en een groepje lokale hillbillies die het op enkele tieners gemunt hebben.

Het scenario mag dan al een rommeltje zijn, toch is het genieten van de psychedelische  extravaganza die Arquette voor ons in petto heeft. Beweren dat de acteur-regisseur zelf iets te lang aan de hasjpijp gelurkt heeft, is niet uit de lucht gegrepen, maar met origineel camerawerk, acteurs die zich helemaal smijten en een boel verwijzingen naar zowel de losbandige jaren zestig (toen alles kon en mocht) en de huivercinema uit de jaren zeventig (lang geleden dat eendimensionaal moorden zoveel no-nonsense fun met zich meebracht) is ‘The Tripper’ een, nou ja, best leuke trip.

Extra’s (dvd): naast de trailer vinden we enkel een reeks interviews terug met cineast David Arquette en een hele zooi acteurs. Het gesprek met Arquette duurt bijna tien minuten, maar de andere zijn met moeite één minuutje.

Peter Janssens