Hoewel Frans superster Jean-Paul Belmondo zich voor het eerst liet opmerken als uithangbord van de nouvelle vague begin jaren zestig is hij bij het grote publiek het meest beroemd vanwege zijn imago als charmante en avontuurlijke actieheld. De vier films die we in deze nieuwe verzamelcollectie aantreffen, zetten dat nog eens extra in de verf. Bovendien stammen ze alle uit de tijd dat zijn carrière zich op z’n hoogtepunt bevond. Maar wat toen hip was, is dat nu niet noodzakelijk opnieuw. De tand des tijds is immers niet mals geweest voor dit soort luchtige avonturenfilmpjes met een knipoog.
Zo leent de pitch van woestijnavontuur ‘Cent Mille Dollars Au Soleil’ zich na 45 jaar - de film stamt uit 1964 - nog steeds tot een suspenserijke en onderhoudende achtervolgingsfilm (een gestolen lading smokkelwapens leidt tot een manhunt), maar de niet altijd even toonvaste regie en de net iets te clowneske sfeer ondermijnen het verhaal en slaan zeker na bijna een halve eeuw de bal mis. Deze actiekomedie met naast Belmondo ook een rol voor Lino Ventura inspireerde cineast Peckinpah mogelijk voor ‘Convoy’ (een gelijkaardig niet te ernstig avontuur), maar verder heeft deze film weinig credentials.
Ook ‘Les Mariés De L’An Deux’ is een mindere Belmondo, ook al keert hij terug naar de stijl die hem tien jaar eerder een superhit opleverde met ‘Cartouche’. Wederom bevinden we ons in aristocratische middens en mag hij met een zwaard in de hand aan de actieslag, maar het resultaat is erg bedroevend. Regisseur Jean-Paul Rappeneau zou net geen twintig jaar later echter wél terugslaan met ‘Cyrano De Bergerac’, al was die ook niet zo kluchtig van insteek. Belmondo speelt een verliefde ziel die met een Amerikaanse vrouw wil trouwen, maar daarvoor eerst van zijn Franse moet scheiden. Eenmaal terug op Franse bodem belandt hij middenin de revolutie.
Een andere typische Belmondo is ‘Flic Ou Voyou’, zijn eerste samenwerking (van een vijftal in totaal) met filmmaker Georges Lautner, met wie hij later nog ‘Le Guignolo’ en ‘Le Professionel’ zou draaien, luchtige actiekomedies waarvan deze actiekomedie duidelijk de voorloper (ook mindere broertje) van is. Belmondo speelt zijn archetypische rolletje van later in zijn carrière: een flik die het gemunt heeft op een stel moeilijk te klissen criminelen. Hij gaat tot het uiterste (idiote stunts die nog wel een zekere monkellach kunnen uitlokken) om hen in te rekenen. Je amuseert je wel, maar hoogstaand is niet het eerste woord waar je aan denkt.
De beste film uit de box - dé reden om deze alsnog in huis te halen - is ‘Le Cerveau’, een erg amusante caper comedy over een minutieus uitgekiende overval. Belmondo is voor een keer niet dé ster, maar een schakel in een goedgeolied geheel waar verder ook Bourvil (‘La Grande Vadrouille’), David Niven (‘The Pink Panther’) en Eli Wallach (‘How To Steal A Million’) deel van uitmaken, alle toen ook te zien in andere luchtige avonturenfilms met komische insteek. Een vergeten klassieker van regisseur Gérard Oury, een grootmeester in het genre. Bovendien de minst gedateerde, want de film blijkt niets van zijn charme te zijn verloren.