De kans was groot dat Viggo Mortensen na zijn succesrijke (actie)hoofdrol in ‘The Lord Of The Rings’ in de ene, al dan niet historische, avonturen- of spektakelfilm zou opduiken, maar de ambities van de reeds 50-jarige acteur reiken heel wat dieper. Gelukkig maar, want zo zagen we ‘m de afgelopen jaren aan het werk in de puike David Cronenberg-thrillers ‘A History Of Violence’ en ‘Eastern Promises’ en de Ed Harris-western ‘Appaloosa’. Aan dat lijstje karakterrollen voegt hij er met ‘Good’ nog eentje toe. Alleen wordt hij hier in de steek gelaten door een onevenwichtig scenario.
De voormalige Aragorn-vertolker kruipt hier in de huid van John Halder, een man in de straat die een goed en deugdzaam leven leidt, ook al kampt hij met een set familieproblemen: zijn echtgenote kan je op z’n zachtst als neurotisch bestempelen, zijn twee (jonge) kinderen eisen meer dan hij geven kan en zijn moeder lijdt aan dementie. Deze waaier aan persoonlijke ervaringen zet Halder er vervolgens toe aan een eerlijk, open en emotioneel diepgaand boek te pennen over euthanasie. Maar de gevolgen die dat literaire werkstuk in het Duitsland in de aanloop naar WOII op zijn beurt met zich meebrengt, had hij niet kunnen voorzien.
Het boek wordt namelijk onverwacht opgepikt door de nazipartij - zelfs de Führer hemzelf heeft naar verluidt het boek gelezen en bewonderd - die Halders ideeëngoed voor propagandistische doeleinden willen misbruiken. Halder, die z’n job als professor literatuur kwijtspeelde, stemt meteen toe wanneer de nazi’s hem vragen om zijn gedachten in essayvorm aan hen te presenteren. De centen kan hij goed gebruiken. Blind voor de intenties van de nazi’s heeft hij enkel maar oog voor zijn carrière. Zo wordt hij zelfs voor hij het zelf goed en wel beseft lid van de SS, daarmee zijn vriendschap met zijn joodse vriend en psy Maurice (Jason Isaacs) onder druk zettend.
‘Good’ weet, net zoals zijn apathische hoofdpersonage, niet goed welke richting uitgaan. Het idee van een auteur wiens oprechte gedachtes door de machtswellustige nazi-instanties gemanipuleerd worden is beslist interessant, maar in plaats van zich daar volledig op te focussen heeft het op het gelijknamige toneelstuk van C.P. Taylor ook te veel aandacht voor de relatie tussen Halder en zijn vriend Maurice. Zeker omdat we dat verhaal al zo vaak in andere vormen (en films) verteld zagen. Helemaal omdat de makers het ook niet nalaten om die relatie met de nodige opgezwollen clichés (Halder is een nazi, de ander een jood) te beklemtonen.
Viggo Mortensen doet zijn best als Halder, en ook al hoort het bij zijn karakter, toch slaagt hij er niet in om ons te laten meeleven met zijn personage, dat illustreert dat er zich onder de nazi’s ook goede mensen bevonden die het niet altijd eens waren met de standpunten van de partij, maar daar als individu weinig aan konden doen en zich uiteindelijk gedwongen zagen in het gareel te lopen. De boodschap wordt er zo vingerdik opgelegd dat de menselijke kant van dit potentieel sterke verhaal er helemaal onder bezwijkt. Door de veelal Britse tongvallen van de cast waan je je ook eerder in een Shakespeare-verfilming dan in een WOII-drama.