Het gaat niet goed met de carrière van Chris Columbus. In de jaren ’80 en ’90 reeg hij de ene (famlie)hit aan de andere, en toen hij rond de eeuwwisseling de kans kreeg om de ‘Harry Potter’-franchise op te starten, zag hij zijn pelliculeworpen weeral bovenaan de box office stralen. Na ‘Harry Potter And The Chamber Of Secrets’ (2002) liep het echter mis, met de recente fantasymiskleun ‘Percy Jackson And The Olympians: The Lightning Thief’ (2010) als dieptepunt. Tussen die twee blockbusters - van divers allooi - maakte hij nog twee films die slechts met moeite de anonimiteit ontglipten. De musical ‘Rent’ (2005), nochtans één van zijn beste films, kende een onsuccesvolle doortocht in de bioscoop, terwijl het rechtstreeks op dvd verschenen ‘I Love You, Beth Cooper’ (2009) geeneens het grote scherm haalde.
Dat laatste is toch enigszins verrassend gezien de hype die er de laatste jaren weer hangt omheen tienerkomedies. Het zou ons ook niet verbazen mocht de humorfilmer van weleer zich voor dit tussendoortje hebben laten inspireren door Judd Apatow, de nieuwe king of comedy. Vooral de hormonale humor en slapstick uit ‘Superbad’ schieten ter herinnering bij het aanschouwen van deze kabbelende liefdesverklaring aan het adres van de ravissante Beth Cooper uit de titel, een rol voor ‘Heroes’-ster Hayden Panettiere.
Het hoofdpersonage luistert echter naar de naam Denis Cooverman, een tiener die op het punt staat zijn middelbare school af te ronden en er bij zijn speech aan het einde van het academiejaar niet voor kiest om een traditionele speech af te steken. Integendeel, voor hem blijkt eindelijk de tijd rijp om zijn liefde voor Beth Cooper voor eens en altijd te uiten. De knappe deerne blijkt er warempel nog door gecharmeerd ook en tot zijn grote verbazing gaat ze vervolgens in op Denis’ uitnodiging voor een (zij het niet erg succesvol) afstudeerfeestje bij hem thuis. Een zorgeloze avond wordt het dan ook geenszins als ook Beth’s ex op de party opduikt, vergezeld van een stel vrienden met wie je liever geen amok maakt, gaan de poppen helemaal aan het dansen. Denis slaat op de vlucht met zijn beste vriend Rich, Beth en twee van haar vriendinnen.
Wat een leuke coming of age-komedie had kunnen worden, ontaardt al gauw in een voorspelbaar geeuwfestijn met opvallend flauwe (en zelfs brave) humor. De roman van Larry Doyle, waarop deze film is gebaseerd, liet zich kenmerken door zijn scherpe tandjes en observaties, maar die lijken allemaal verwijderd bij de vertaling naar het scenario. Wat enigszins verbazingwekkend mag worden genoemd, gezien het niemand minder dan Larry Doyle zelf is die zijn roman naar een script omzette.
Blijft over: een routineuze, knotsgek bedoelde, maar vooral stroeve komedie. Timing is alles bij het humorgenre, en het lijkt wel alsof Columbus zijn magische touch van weleer helemaal kwijtgespeeld is. Bij aanvang lijkt het allemaal nog uit te draaien op geeky fun, maar eens de chaos in Denis’ leven op de voorgrond treedt en de humor nu pas echt total loss zou kunnen gaan, zakt alles als een kaartenhuisje in elkaar. Gelukkig weten de jonge acteurs wel nog iets aan te vangen met hun uitgebeende karakters. Hayden Panettiere geeft gestalte aan weinig meer dan een clichébimbo, maar toch weet ze Beth Cooper een zekere diepgang mee te geven. En ook Paul Rust maakt van Denis een geloofwaardige tiener. Maar wat ben je daarmee als het verhaal je mondhoeken nooit écht weet op te lichten?