Cinevision
Film besprekingen: bioscoop, dvd en Blu-ray

Iedereen herinnert zich ongetwijfeld nog de tijd toen hij als jonge pagadder eindeloos gefascineerd was door kleine speelgoedwagentjes; het was een zorgeloos bestaan. Voor al wie met enig nostalgisch genoegen terugdenkt aan die periode, is er nu ‘Cars’, een eindeloos sympathieke animatiefilm en tevens het nieuwste product uit de succesvolle Pixar-stal.

Lightning McQueen (Owen Wilson) is een egocentrische jonge racewagen, die richting Californië trekt om deel te nemen aan de prestigieuze Piston Cup. Onderweg strandt hij echter in het dorpje Radiator Springs, een klein en levenloos plaatsje langsheen de legendarische Route 66. McQueen richt in het dorpje heel wat ravage aan, waardoor hij van de lokale rechter Doc Hudson (Paul Newman) een driedaagse werkstraf krijgt. Hoewel McQueen vooral met de voor hem razend belangrijke race in het achterhoofd (of moeten we zeggen: in de achterbak?) zit, ontdekt hij dat er meer in het leven is dan winnen.

‘Cars’ duurt bijna twee uur, maar toch slaagt deze visueel verbluffende animatieprent erin nergens te vervelen. Dit heeft vooral te maken met het uitstekende verhaal, waarin ruimte gemaakt wordt om de kleurrijke personages uitgebreid voor te stellen en de makers niet om de paar minuten proberen te scoren met een zoveelste billenkletser. Elk karakter is een auto en de makers zijn daar zeer creatief mee omgesprongen. ‘Cars’ bevat een duidelijke structuur - inleiding, opbouw, evolutie, epiloog - wat het heel wat makkelijker maakt mee te gaan in de lotgevallen van de kleurrijke hoofdpersonages.

Misschien is ‘Cars’ wel een betere animatiefilm dan pakweg ‘Finding Nemo’ of ‘The Incredibles’ omdat je hier automatisch vertrekt van een onmogelijk uitgangspunt: een sprekende wagen. Sommigen zullen daar misschien meer moeite mee hebben, maar wij waren erg gecharmeerd door deze aangedreven vrienden. Een unicum in de recente tekenfilmgeschiedenis is dan ook dat ‘Cars’ nauwelijks filmklassiekers parodieert, met uitzondering van een nadrukkelijk aanwezige en erg inventieve persiflage op de eigenste Pixar-successen - maar daarvoor moet u wel eventjes blijven zitten tot na de afloop.

De stemmenregie is uitstekend; het doet deugd Paul Newman nog ’s aan het werk te horen (al hadden we hier uiteraard liever ‘zien’ geschreven!), maar verder zijn er ook nog leuke optredens van onder andere Cheech Marin, Tony Shalhoub en Michael Keaton. De twee spilfiguren zijn echter de jonge en onervaren racewagen McQueen en z’n nieuwbakken vriendinnetje, de sexy Porsche Sally, die hij in het dorpje leert kennen. Deze stemmen worden prima verzorgd door respectievelijk Owen Wilson en Bonnie Hunt. Door de prima dialogen heerst er weliswaar een heerlijke chemie tussen beide wagens, maar toch blijft de hooggeanticipeerde plakker uit. Dit brengt ons dan ook bij de meest fundamentele vraag, die we bij deze mierzoete, maar lieve film stellen: waarom de auto’s van gigantische tongen voorzien als ze deze toch niet mogen gebruiken?

Peter Janssens