Wil je écht weten of de ‘groupiemythe’ (trosjes wellustige deernen die zich bloedgeil én bereidwillig aan je voeten neerstrijken) steunt op realiteit, dan neem je best een voetbal of elektrische gitaar ter hand. Want, zo zegt eveneens de mythe, het zijn bij uitstek (succesrijke) beoefenaars van ’s werelds populairste balsport en (rock)muzikanten die met deze extralegale voor- dan wel nadelen (het is hoe je ‘t bekijkt) te maken krijgen. Zo ook in ‘Groupie’, een thriller waarin een hardrockband een groupie from hell in de rangen opneemt.
De formatie in kwestie luistert naar de naam The Dark Knights. Nadat een onfortuinlijk accident hun eerste carrière tijdelijk de kop indrukte, besluit de groep een comeback te maken. Maar hun act is een stuk minder spectaculair dan voorheen, en het publiek lust er ditmaal geen pap van. Met uitzondering van de schimmige Riley (Taryn Manning), die haar affectie voor de rockband, en in het bijzonder voor leadzanger Travis (Hal Ozsan), niet onder stoelen of banken kan steken. Die laatste besluit Riley meteen mee op tournee te nemen. Maar dan duiken er plots vermoorde bandleden en behind the scenes-medewerkers op. Rara, wie zit er achter de killings?
Verantwoordelijk voor deze dertien-in-een-dozijn-B-film is regisseur Mark L. Lester. Op basis van de films die de man in de jaren ’90 en dit nieuwe millennium afleverde (veelal videovoer met pseudoactiehelden à la Mark Dacascos, Craig Sheffer, Mario Van Peebles, Daniel Baldwin of James Remar), weet je meteen al dat je ook bij ‘Groupie’ de verwachtingen best niet te hoog stelt. Het is fascinerend én triestig tegelijkertijd om te zien hoe het deze niet echt onsuccesvolle eighties-filmer (wat is dat lang geleden!) vergaan is. Op zijn conto prijken immers ook de culthit ‘Class Of 1984’, de Stephen King-verfilming ‘Firestarter’, de John Candy-komedie ‘Armed And Dangerous’ en de Schwarzenegger-testosteronopstoot ‘Commando’, dat zelfs ruim 100 miljoen dollar in het laatje bracht in 1985. De intussen 64-jarige Lester zou nooit meer in de buurt van dat succes komen.
Ook ‘Groupie’ zal zijn reeds lang tanende carrière geen nieuwe boost bezorgen. De prent ontbeert spanning en de plot rammelt harder dan het valse gebit van je grootje. Scenariste Dana Dubovsky - in het echte leven de groupie, euhm, vrouw van Lester - legt het er daarbij dubbel en dik op hoe de vork in de steel zit, waardoor elk beetje mysterie dat de kijker zo’n anderhalf uur lang aan het puzzelen had kunnen houden ook meteen in de kiem wordt gesmoord. De troosteloze mise-en-scène (het lijkt wel alsof Lester zich er gewoon bij neerlegt dat hij al een poosje uitgeblust is) helpt evenmin. Jammer eigenlijk, want op zich is het idee van een groupie met geheime agenda de ideale kapstok om een B-horror aan op te hangen. Dat is het echter niet geworden.
Als er al iemand een pluim op de hoed verdient, dan zijn het de acteurs, die zich verrassend staande houden in een prent die 90 minuten lang consequent zijn eigen plotpoten doorzaagt. Modeontwerpster, zangeres én actrice Taryn Manning - je kan niet zeggen dat de blonde babe haar best niet doet om het VIP-schap te veroveren - beschikt over de juiste vampuitstraling om de groupierol plausibel in te kleden, en Hal Ozsan weet van zijn karakter gelukkig meer te maken dan de eendimensionale zanger die als een blok valt voor de schoonheid van het titelpersonage. Maar echt veel zoden aan de dijk brengt dat natuurlijk niet.