Vampiers zijn de nieuwe zombies. Waren de levende doden een paar jaar geleden nog de meest opgevoerde vijand in horrorfilms, dan zijn dat vandaag de dag zonder enige twijfel de bijtgrage bloedzuigers. Je hebt ze bovendien in alle soorten en gewichten: zo zijn er onder andere de extravagante (‘Cirque Du Freak: The Vampire’s Assistant’), de romantische (‘Twilight’), de gekwelde (‘Daybreakers’) en de oversekste (tv-serie ‘True Blood’). Aan dat recente lijstje mag je nu ook de rockvampier toevoegen.
In horrorkomedie ‘Suck’ staat een rockband centraal die z’n naam onmogelijk minder toepasselijk had kunnen kiezen. The Winners zijn allesbehalve succesvol, en wanneer hun manager besluit om er definitief de brui aan te geven, beseft frontman Joey dat ze definitief rock bottom bereikt hebben. Wanneer bassiste Jennifer op een avond een sexy groupie aka parttime vleermuis (een alfamanvampier met dezelfde kapper als The Mad Hatter) vergezelt, blijkt ze de volgende dag ook zelf een blood sucker te zijn. Initieel levert dit een aantal problemen op (ze eet bijvoorbeeld een concurrerende rockgroep op), maar al snel zien ze er de voordelen van in. Plotseling hebben ze succes en beschikken ze over de juiste podiumuitstraling die ze daarvoor leken te missen.
Je kan het cineast Rob Stefaniuk niet aanwrijven dat er weinig bloed door de plotaders stroomt. De self made moviemaker (naast de regie nam hij ook het scenario en de rol van leadzanger voor z’n rekening) slaagt er immers in om de rock scene waartegen dit vampierverhaal zich ontspint accuraat en ook kritisch te schetsen. Het is niet mis te begrijpen dat het vampirisme een metafoor is voor een drugsverslaving: op het moment dat de verslaafde in kwestie gezogen/gesnoven heeft, voelt hij/zij zich als koning(in) van de wereld en wordt aanbeden, maar de volgende ochtend wacht de niet te ontkomen kater. Stefaniuk lijkt dit wereldje aanvankelijk te veroordelen, maar in de eindscène zien we dat hij het eigenlijk toejuicht. Pure rock ’n roll dus.
Nog meer rock ’n roll? Wees maar zeker! Stefaniuk bewijst zich een echte rockfanboy en steekt zijn film tjokvol verwijzingen naar klassieke albumcovers (o.a. ‘Born In The USA’ van Bruce Springsteen, ‘The Kids Are Allright’ van The Who en ‘Abbey Road’ van The Beatles passeren creatief de revue) én voorziet tal van cameo’s voor legendes in het gitaargenre. Zo treedt Henry Rollins aan als een radiopresentator, Alice Cooper (met zwarte vleugels!) als mysterieuze barman, Iggy Pop als studioproducer én Moby als pretentieuze rocker (wie de artiest een beetje kent, weet overigens dat deze casting geheel tegen zijn imago in is).
‘Suck’ heeft alles om een cultfilm te worden. Naast de optredens van bekenden uit het muziekcircuit mag ook Malcolm McDowell alweer heerlijk staan schmieren als Eddie Van Helsing, een vampierjager die zoveel jaar geleden de liefde van z’n leven gedood zag worden door dezelfde vampier die ook Jennifer in het rijk der Onsterfelijken heeft ingelijfd. Daarnaast pakt Stefaniuk ook geregeld visueel uit met leuke spielereitjes. Zo wordt de road trip van de groep via ludieke animaties weergegeven, en zien de vele muzikale intermezzo’s - ‘Suck’ heeft iets weg van een vampiervariant op ‘Streets Of Fire’! - eruit als coole videoclips. Kortom, een prent met het rockhart op de juiste plaats. Een hart dat in het geval van de personages eeuwig zal blijven kloppen.
Extra’s (Blu-ray): kwaliteit haalt het altijd op kwantiteit. Amper één extra op de Blu-ray van ‘Suck’, maar wat voor één: een net geen uur durende blik achter de schermen, die de gebruikelijke wederzijdse bejubelingen overstijgt én waarvan alweder een ware passie voor het rockgenre uitgaat.