Een beetje filmkenner weet natuurlijk dat Jack Lemmon, Dustin Hoffman en Tom Hanks het prestigieuze bladgoud van Hollywood reeds in ontvangst mochten nemen (de laatste twee zelfs meer dan eens), maar deze drie schermlegendes (de eerste heeft het tijdelijke voor het eeuwige al verwisseld, de tweede zit in de herfst/winter van zijn carrière en de derde heeft nog jaren voor zich om te bewijzen waarom hij nu al als icoon door het leven gaat) hebben nog meer met elkaar gemeen. Alle drie stonden ze namelijk ooit uitgedost in vrouwenplunje op de set – respectievelijk in filmklassiekers ‘Some Like It Hot’ en ‘Tootsie’ én de verguisde tv-serie ‘Bosom Buddies’.
Verguisd? Zeer zeker, en niet in de laatste plaats door hoofdacteur en toekomstig 2-voudig Oscarwinnaar Tom Hanks zelf. Dat het überhaupt zolang geduurd heeft dat deze vergeten jaren ’80-reeks zijn weg naar het blinkende schijfje vond, heeft naar verluidt (Hanks was onbereikbaar voor commentaar) te maken met lobbywerk van de acteur. Toen de producerende studio in Amerika voor het eerst een release aankondigde, streken er maar liefst vijf jaar voorbij vooraleer dit eerste seizoen in de rekken belandde.
We begrijpen dat de Hanks anno 2010 nauwelijks nog iets gemeenschappelijk heeft met zijn komieke persona uit de eighties en vroege nineties (jammer eigenlijk), maar je kan toch de fan van het eerste uur niet beletten om zijn favoriete ster in diens begindagen aan het werk te zien? Helemaal niet als blijkt dat zijn vertolking na dertig jaar nog steeds overeind staat – in het licht van wat de rol inhield. In ‘Bosom Buddies’ kruipt Hanks in de huid van Kip, die samen met zijn beste vriend Henry (Peter Scolari) de kost verdient bij een reclamebureau. Wanneer ze hun appartement verliezen, kunnen ze terecht bij hun collega Amy. Enige kink in de kabel: zij verblijft in een women only-hotel. Geen probleem, voor die lage huurprijs willen Kip en Henry zich gerust in vrouwen vermommen en de helft van de dag als hun alter ego’s Buffy en Hildegarde door het leven gaan...
Om de brug met de inleiding van deze recensie alvast rond te maken: de makers van deze sitcom steken het allerminst onder stoelen of banken dat ze de mosterd haalden van de Billy Wilder-classic met Jack Lemmon, Tony Curtis en Marilyn Monroe (’t is te zeggen: ze leenden enkel de centrale gimmick), terwijl het eindresultaat een logische voorloper was van de Sydney Pollack-hit uit 1982 – het jaar waarin ‘Bosom Buddies’ na twee seizoenen werd afgevoerd. Ook hier gaat het immers om New Yorkse creativo’s (Kip is een ontwerper, Henry wil het als schrijver maken en ziet in dit cross-dressing-avontuur een ideale opstap) die hun drukke stedelijke leven voornamelijk met leugens doorkomen, terloops verliefd worden en ontdekken dat het niet makkelijk is om die gevoelens een plaats te geven wanneer je jezelf als iemand anders voordoet. Diepzinnige conversaties worden daar evenwel niet over gevoerd, er moet en zal in eerste instantie gelachen worden. Een sitcom in hart en nieren hoef je de op snelle jokes gerichte afleveringen zelfs niet eens in de correcte volgorde te bekijken, zoveel karakterontwikkeling zit er in.
Maar toch biedt het uitstekende verstrooiing en is het op zijn beurt een vroege voorbode van actuele, goed scorende comedyreeksen als ‘Two And A Half Men’ of ‘How I Met Your Mother’. Het knettert tussen de hoofdacteurs (Hanks en Scolari vormen een hilarische tandem, Donna Dixon is bijwijlen hilarisch en Wendie Jo Sperber levert met een meer emotionele rol de perfecte tegenwind), het tempo ligt voldoende hoog om elke 25 minuten durende aflevering als een rollercoasterrit te ervaren én het vaudevillekarakter wordt maximaal benut. Leuke serie voor jaren ’80-adepten.