Wie op onlinefilmbijbel IMDb ‘Kicking And Screaming’, Noah Baumbachs vergeten debuut uit 1995, opzoekt, treft als zeer korte, maar correcte synopsis ‘a handful of college students do nothing and talk about it wittily’ aan. Een zin die vijftien jaar later van toepassing blijkt op zowat elke film die Baumbach tot op heden maakte, deze ‘Greenberg’ incluis. Al gaat het vanzelfsprekend niet altijd om pre-universitairen én heeft de artistieke outcast doorheen de jaren een groot deel van zijn snedigheid kwijtgespeeld en verwart hij diepgang al eens met droefgeestigheid.
Baumbachs protagonisten blijven niettemin meesters in wat de Italianen omschrijven als dolce far niente – heerlijk nietsdoen. Ook het door Ben Stiller grandioos vertolkte titelpersonage in zijn nieuwste worp verstaat de kunst van het rondbanjeren. Al heeft hij ook weinig keuze: hij is single, de veertig reeds gepasseerd en hij heeft geen enkel idee hoe hij richting aan zijn mistroostige bestaan zou moeten geven. Maar zoals dat gaat met sociale paria’s heeft ook Roger Greenberg een broer die de succesvolle kant van de familie vertegenwoordigt. En wanneer die een tijdje met zijn familie naar het buitenland verkast, besluit Roger zolang op diens Hollywoodhuis te gaan passen.
Daar houdt hij zich bezig met het bouwen van een groot hondenhok en het schrijven van ontelbare klachtbrieven – onder andere de vliegtuigmaatschappij waarmee hij naar Los Angeles reisde en Starbucks moeten eraan geloven. Maar zelfs de meest cynische azijnpisser heeft wel eens nood aan menselijk contact. Zo dringt hij zich op aan Ivan (Rhys Ifans), een (ex-)vriend met wie hij vroeger in een bandje zat, en Beth (Jennifer Jason Leigh), een oude, maar intussen getrouwde scharrel met wie hij zich hoopt te verzoenen (zij ontmoet Greenberg echter for old time’s sake). Het meeste warmte vindt hij echter bij de innemende au pair Florence (Greta Gerwig), een wel sociale, maar net zo gehavende ziel die haar plaats in het leven ook nog niet gevonden heeft. Is dit het begin van iets moois?
Eerst het goede nieuws: er valt niets af te dingen op de schitterende prestatie van Ben Stiller. Hij zet Greenberg bijzonder sterk neer als een zeikstraal eersteklas, een onuitstaanbaar sujet voor wie we erg moeilijk sympathie kunnen koesteren. Maar daarmee is meteen het grote pijnpunt van de film blootgelegd. Aanvankelijk ga je nog grinniken om de irritatie die de protagonist de andere personages bezorgt, maar na verloop van tijd gaat hij ook de kijker op de zenuwen werken. Nochtans staat het nergens gedrukt dat een film over een vervelend karakter tevens een vervelende film moet opleveren. Pas helemaal op het einde geeft Greenberg nog blijk van een mens die eerder je hulp dan je afwijzing verdient, maar dan rolt plots de aftiteling over het scherm.
Niettemin laat Baumbach de film met iets minder dan twee uur veel te lang duren en komt het geheel vaak hol en ongeloofwaardig over. Zo is het onwaarschijnlijk dat het karakter van Rhys Ifans (sterk in een minimalistische vertolking) het zolang bij Greenberg zou uithouden. En ook de emotionele bokkensprongen van Florence doen je wenkbrauwen meer dan eens fronsen. Het zou allicht helpen mochten Baumbachs dialogen nog zo gevat zijn als vroeger, maar ook op dat vlak stelt ‘Greenberg’ teleur – met uitzondering van de wondermooie voicemailscène, de enige keer dat de regisseur zijn publiek echt bij het nekvel weet te grijpen. Op zo’n moment besef je dat er wel degelijk een goeie film in zat, al is het moeilijk de vinger te leggen op waar het precies misging. Wat minder naar de eigen navel staren, kan alvast een goed begin zijn.