“Frankly my dear, I don’t give a damn.” Also sprach Clark Gable in de huid van Rhett Butler aan het eind van ‘Gone With The Wind’. Een onsterfelijke quote die ironisch genoeg weinig weerklank zal vinden bij het gros van de filmliefhebbers, daar maar weinig rechtgeaarde cinefielen deze onsterfelijke klassieker zomaar aan de kant zullen schuiven. Niet dat dit een volbloed meesterwerk is, maar deze film blijft exemplarisch voor het lef en de branie van de Hollywoodmachine uit de gouden jaren. En levert ook vandaag de dag nog een paar uren heerlijk filmvertier op.
‘Gone With The Wind’ is de verfilming van Margaret Mitchells Pulitzerprijswinnende roman uit 1936. Een dikke pil die zich afspeelt tijdens en na de Amerikaanse burgeroorlog, en meer is dan zomaar een romantische weepie gevlochten rond de egocentrische plantagedochter Scarlett O’Hara op zoek naar haar ware liefde. Het verhaal toont ook de impact van de oorlog: op families wier zonen en vaders naar het front trokken, op de zwarte slaven die hoopten op een vrij en beter bestaan, en op de volledige natie zelf, klaar om een historische bladzijde om te slaan.
Over de verfilming van ‘Gone With The Wind’ vallen genoeg anekdotes en achtergrondverhalen te rapen om een lijvige encyclopedie mee te vullen. Beginnen we met de regisseur. Op de credits prijkt Victor Fleming als cavalier seul, maar dat is geenszins het geval. Naast Fleming werkten ook George Cukor, Sam Wood, Sidney Franklin, Yakima Canutt, William Cameron Menzies en zelfs producer David O. Selznick aan de prent. Cukor was gedurende twee jaar actief betrokken bij de preproductie, maar werd uiteindelijk na drie weken opnames al ontslagen door producer David O. Selznick en vervangen door Victor Fleming. Fleming vond het scenario van Sidney Howard maar niks, waarop Selznick het – naar verluidt op vijf dagen tijd – liet herschrijven door Ben Hecht, al zou die finale versie uiteindelijk nog steeds dicht aanleunen bij Howards versie.
Ook legendarisch is de zoektocht naar de perfecte actrice om Scarlett O’Hara te vertolken. Meer dan twee jaar duurde het vooraleer Vivien Leigh haar handtekening kon plaatsen. Zowat elke actrice die in de jaren dertig iets te betekenen had in Hollywood werd getest voor de rol. Uiteindelijk was het Selznick zelf die de Britse Leigh naar voren schoof. Clark Gable was van meet af aan favoriet voor de rol van O’Hara’s geliefde Rhett Butler, al was Selznicks eerste keuze aanvankelijk Gary Cooper. Maar die bedankte voor de eer, er vast van overtuigd zijn dat de film een gigantische flop zou worden.
Dat Cooper het bij het verkeerde eind had, is intussen geweten. ‘Gone With The Wind’ blijft nog steeds een van Hollywoods meest bekende (en geliefde) epossen. Het publiek liep bij de première in 1939 storm voor de prent, en zowat elke andere (Amerikaanse) generatie kreeg de kans om de film op het witte doek te zijn met re-releases in 1947, 1954, 1961, 1967, 1971, 1989 en 1998. Ook op de Oscaruitreiking regende het prijzen met in totaal tien beeldjes. Opvallend was dat Clark Gable achter het net viste (de acteerprijs ging dat jaar naar Robert Donat voor ‘Goodbye Mr. Chips’). Filmhistorisch belangrijk is dan weer het beeldje voor beste vrouwelijke bijrol voor Hattie McDaniel: het allereerste voor een Afro-Amerikaanse acteerprestatie.
Blijft de vraag of ‘Gone With The Wind’ nog steeds een zeer goede film is? Een vraag waar we volmondig ja op antwoorden. Soms wordt het wat te melig (en ja, het duurt allemaal wel heel lang), maar deze prent weet nog steeds te verbazen en te beklijven. Hoogtepunten zijn er genoeg: de scène waarin Atlanta in brand staat (en waarvoor de decors van ‘King Kong’ in de fik werden gestoken) bijvoorbeeld, of de scène waarin Scarlett haar weg zoekt doorheen massa’s gewonde soldaten. Dus ja, ‘Gone With The Wind’ is ook voor de hedendaagse cinefiel nog steeds een fascinerende must die zijn status van onsterfelijke klassieker dubbel en dik verdient.
Extra’s (Blu-ray): karrenvrachten vol extra’s die zowat elk aspect van de productie behandelen. En het duurt allemaal even lang als de film zelf. Precies wat we verwachten natuurlijk bij een film van dit kaliber. Verplichte kost.