Het verhaal achter de roman ‘Bittere Ernte’ is op zijn minst opzienbarend te noemen. Het boek werd immers geschreven door de Amerikaanse architect Hermann Field en de Poolse journalist Stanislaw Mierzenski in de cel die ze deelden toen ze begin jaren vijftig waren gearresteerd op verdenking van anticommunistische activiteiten. Het woord ‘bitter’ staat dus waarschijnlijk niet toevallig in de titel.
In 1983 verfilmde de Poolse cineaste Agnieszka Holland het boek dat opportunisme tegenover het persoonlijk geweten plaatst, en dat gesitueerd tijdens de tweede wereldoorlog. Hoofdpersonage is de Poolse boer Leon Wolny (Armin Mueller-Stahl) die in het aan Duitsland grenzende Silezië een niet onaardige boerderij beheert. Wolny is een eenzaat die niet weet hoe hij met vrouwen moet omgaan en zich zo weinig mogelijk aantrekt van de wereld om hem heen. Zelfs al is hij zich terdege bewust van het lot van de Joden nu de nazi’s aan het bewind zijn. Helemaal onschuldig is hij niet: zo kan hij een boomgaard van een Jood op de kop tikken door de man enkel maar een kleine som te willen betalen. Onderhandelen kan de man toch niet, omdat hij op de vlucht moet slaan voor de Duitse troepen.
Op een dag treft Wolny in het bos een Oostenrijkse Joodse vrouw aan. Rosa (Elisabeth Trissenaar) sprong samen met haar echtgenoot en dochter van de trein die hen naar een concentratiekamp bracht. In de daaropvolgende vlucht raakt Rosa haar gezin kwijt. Wolny neemt de uitgehongerde en gewonde vrouw mee naar zijn huis, waar hij haar verzorgt. Hij biedt haar een schuilplaats aan in zijn kelder, zodat ze niet ontdekt wordt door zijn nieuwsgierige buren of de altijd op de loer liggende Duitsers. Terwijl Rosa bij hem verblijft, raakt Wolny steeds meer in de ban van zijn (seksuele) driften: hij verzwijgt voor Rosa dat hij een teken van leven haar man heeft gevonden en krijgt haar zover dat zij ingaat op zijn lichamelijke verlangens. Wanneer Wolny’s buffer van leugens en halve waarheden barsten vertoont, lijkt een tragische afloop onvermijdelijk.
‘Bittere Ernte’ (internationaal uitgebracht onder de titel ‘Angry Harvest’) is een complexe film. Wolny is immers geen slechterik, maar in wezen een goed man, die door persoonlijke frustraties en de situatie waarin hij zich bevindt min of meer gedwongen wordt om beslissingen te nemen die niet altijd koosjer zijn. Zijn handelingen roepen meer vragen dan antwoorden op: verschaft hij Rosa aanvankelijk een onderdak uit humanitaire overwegingen of was hij al van in het begin van plan om haar lichamelijk te ge- en misbruiken? Is het echt tegen zijn zin dat hij de naburige boomgaard opkoopt, of geniet hij stiekem van de opportuniteiten die de oorlog hem schenkt? Holland laat de oplossingen in het midden, zodat je als kijker steeds moet wroeten in de psyche van Wolny om bij de les te blijven. En in die van Rosa: stemt zij erin toe om met Wolny seks te hebben omdat ze niet anders kan of is ze echt verliefd op hem geworden? En moeten we ‘Bittere Ernte’ zien als een verhaal over een gedwongen gevangenschap of gewoon als romantisch drama in tijden van oorlog?
Geen gebrek dus aan morele vraagstukken, maar Holland slaagt er meer niet dan wel in om de zoektocht naar de antwoorden boeiend te houden. Soms bijt ze zich vast in haar personages, op andere momenten slaat de onduidelijkheid toe en oogt het allemaal als een ongefocust oppervlakkig melodrama. Waardoor ‘Bittere Ernte’ zijn intrigerend uitgangspunt niet volledig kan waarmaken, de goede vertolkingen van Mueller-Stahl en Fassbinder-favoriete Trissenaar ten spijt. En het eindresultaat uiteindelijk meer tussen dan in de plooien valt.