Schrijven dat de verwachtingen voor het vierde seizoen van ‘Mad Men’ hooggespannen waren is het understatement van het televisiereeksenrecensiejaar. Seizoen drie eindigde immers met één van de beste afleveringen ooit, en we waren meer dan nieuwsgierig om te kijken welke richting Matthew Weiner en zijn scenaristenploeg zouden inslaan na de dubbele cliffhanger. Don Draper verliet samen met de andere hot shots Sterling Cooper na een coup van een potentiële overnemer om samen Sterling Cooper Draper Pryce (SCDP) op te starten vanuit een schamele hotelkamer. En zijn scheiding van ‘trofeevrouw’ Betty beëindigde wat één van de meest koudhartige huwelijkscrisissen moet zijn die ooit het kleine scherm hebben gestreeld.
Het vierde seizoen vangt aan eind 1964 en loopt verder tot midden 1965. De Beatles, de Stones, Vietnam, segregatie en ‘The Man From Uncle’ voeden de tijdsgeest terwijl SCDP zich probeert te manifesteren als succesvol reclamebureau. Aanvankelijk schijnt dat te lukken: de naam Draper alleen al blijkt voldoende om prestigieuze klanten te lokken en ook de portfolio meegesmokkelde klanten zorgt ervoor dat ze op koers blijven. Vraag is voor hoelang: ‘Mad Men seizoen 4’ staat immers in het teken van crisis en wanneer een paar grote bedrijven SCDP laten liggen, doemt het spook van inleveren en mensen ontslaan op. Ook privé zit Draper in een dal: de pijnlijke scheiding van Betty doet dochter Sally geen goed, hij moet afscheid nemen van een grote liefde uit zijn getroubleerd verleden en tussen de vele affaires door (het vrouwelijk schoon valt ook ditmaal als rijpe appels uit de bomen) snakt hij vooral naar iemand die hem begrijpt. Een iemand die hij zowaar vindt tegen het eind van het seizoen, waardoor het meteen al terug reikhalzend uitkijken wordt naar de volgende worp afleveringen.
Deze dertien afleveringen zijn alweer van een duizelingwekkend hoog niveau, en bestendigen de kwaliteit van de serie met schitterend geschreven scenario’s, geniale vertolkingen, mooie beeldvorming en een intelligente mengeling van fictie en non-fictie. Zo vormt de blik op de geschiedenis van de reclame in Amerika voor een welhaast geschiedkundige kroniek. Ditmaal wordt de perceptie van sigarettenreclame in de jaren zestig grondig geanalyseerd, Sterling wil niet in zee met Honda omdat hij de trauma’s van de tweede wereldoorlog nog niet heeft verwerkt en er worden vragen gesteld of het wel ethisch is een bedrijf te vertegenwoordigen dat weigert om Afro-Amerikaanse klanten te bedienen.
Weiner blijft alle personages subtiel verder uitwerken, zonder de plots te overladen met een stortvloed aan twists en vergezochte verwikkelingen. Uiteraard laat het enigma Don Draper (Jon Hamm) zich nog steeds niet makkelijk ontcijferen, wat meteen de lijm van de serie blijft. Daarnaast komt Peggy (Elisabeth Moss) dit seizoen sterk op de voorgrond (wat zorgt voor een mooie subplot rond haar relatie met freelance medewerkers die de veranderende seksuele zeden belichamen), en ook de affaire tussen Joan (Christina Hendricks) en Sterling (Jon Slattery) krijgt nieuw leven ingeblazen. En Betty (January Jones) ontpopt zich eens te meer tot een gruwelijke moeder die wel lijkt te zijn weggelopen uit een boosaardig kettingrokend sprookje van de gebroeders Grimm.
Laat ons intussen hopen dat ‘Mad Men’ geen slachtoffer van zijn eigen succes wordt. Normaal gezien zou na de zomer het vijfde seizoen starten op de Amerikaanse betaalzender AMC, maar doordat die niet tot een budgettair en principieel akkoord kwam met Weiner werd het nieuwe seizoen uitgesteld tot maart 2012. Het eind is gelukkig nog niet in zicht: beide partijen engageerden zich inmiddels voor een zesde seizoen, met een optie voor een zevende. De kans is dus groot dat we Draper en co ook Vietnam, de maanlanding en Watergate zien becommentariëren. En hopelijk op hun eigen, unieke manier. Of zoals Miss Blankenship (god hebbe haar ziel) opmerkte naar aanleiding van de bokstopper tussen Mohammed Ali en Sonny Liston in mei 1965: “Ik snap al die commotie niet, als ik twee negers wil zien vechten gooi ik wel een dollar op straat.” Fijne humor op het scherpst van de vijfsterrensnee.