Toen Jeff Bridges de Coens medio jaren ’90 op een feestje tegen het lijf liep en ze hem vertelden dat ze speciaal voor hem een rol geschreven hadden, was het eigenlijk louter nog een kwestie van het contract te tekenen – zo graag wilde hij met de broers aan de slag. Al is het niet onwaarschijnlijk dat Bridges even zal geslikt hebben toen hij het scenario uiteindelijk onder ogen kreeg. Zijn karakter – The Dude – bleek een slacker die zijn dagen bij voorkeur soezend doorbrengt en de plot was nog het best te doorgronden als je net als de protagonist aan de hasjiesj had gelurkt.
Wist good ol’ Jeff veel dat zijn personage (want geen haar op zijn hoofd dat er aan dacht de rol niet te aanvaarden) ooit zou uitgroeien tot een superheld in cultmiddens. Zelfs de Coens hadden wellicht nooit vermoed dat The Dude zou uitgroeien tot een begrip, ter wiens ere jaarlijks op diverse locaties een heus festival wordt ingericht (Lebowski Fest) en een website in het leven werd geroepen die helemaal in het teken staat van zijn filosofie en levenswijze (Dudeism). ‘The Big Lebowski’ is misschien niet de beste film van de makers van classics als ‘Blood Simple’ en ‘Fargo’, maar je kan niet om zijn impact heen: The Dude is een wereldwijd icoon en de film is één van de grappigste comedy’s van de nineties.
Wanneer Jeffrey ‘The Dude’ Lebowski aanzien wordt voor een miljonair met toevallig krek dezelfde naam, wordt zijn uit lummelen in zijn badjas, bowlen, cruisen met zijn aftandse bak (geprefereerd met cassetjes van de CCR op maximum volume), wiet roken en White Russians achterover kappen bestaande leventje danig op zijn kop gezet. De vrouw van die miljonair blijkt namelijk tot over d’r oren in de schulden te zitten, waardoor The Dude plots het bezoek krijgt van twee krachtpatsers, die bij hem om de duiten komen. Wanneer één van de twee zijn geliefde tapijt onderpist, schiet hij in actie. Hij besluit verhaal te gaan halen bij zijn rijke naamgenoot en raakt alzo betrokken bij een schimmige kidnappingszaak.
Om zich toch nog enigszins een narratieve structuur op te leggen, speelden de Coens leentjebuur bij misdaadpulpschrijver Raymond Chandler, wiens ‘The Big Sleep’ model stond voor de alle kanten uitbanjerende plot. Zoals het echte film noir betaamt, kruist The Dude het pad met tal van malafide sujetten (van nihilisten tot pornoregisseurs) en beweegt hij zich als paria doorheen de hogere sociale klassen. En natuurlijk passeert er ook een femme fatale de revue, gestalte gegeven door Julianne Moore. Humoristisch én mysterieus dus, maar eigenlijk laat het script zich nog het best van al samenvatten als ‘baarlijke nonsens’. We begrijpen alleszins waarom Jeff Bridges schrikte toen hij het scenario voor het eerst onder ogen kreeg, maar gelet op zijn geweldige laid back vertolking heeft hij de juiste toon perfect gevat.
Ga dus niet op zoek naar veel plotlogica, maar geniet van de heerlijke dialogen en de vele surreële hoogtepunten. De discussies tussen The Dude en zijn bowlingpartner-in-crime Walter (John Goodman speelt een joodse Vietnam-veteraan) levert bijzonder ingenieuze bullshit op en de volstrekt uitzinnige dromen – the occasional acid flashback – van Lebowski zijn zonder meer hilarisch. Zoals wel vaker bij de Coens is het ook genieten van de acteurs in de bijrollen: Steve Buscemi is schitterend als schlemielige bowlingkompaan van The Dude en Walter en John Turturro beroert volop de lachspieren als de pedofiele Jesus Quintana. Een status van cultclassic was eigenlijk al meteen onvermijdelijk.
Extra’s (Blu-ray): een exclusieve introductie, een bio over het leven van The Dude, een blik op de legacy van film en personage, een making of, en ga zo maar door. Kosten noch moeite zijn gespaard om van deze Blu-ray-editie een echte faneditie te maken. Dat zie je ook aan de fantastische verpakking. Geen gewoon doosje, maar een chique kartonnetje, met als verrassing een ingebouwd boekje met daarin een quiz voor de echte Lebowski-kenner. Het enige wat ontbreekt, is een cassette van de CCR. Maar een mens kan niet alles hebben.