“We rebooten een afgevoerd undercoverproject uit de jaren ’80. De mensen erachter hebben een gebrek aan creativiteit en nieuwe ideeën, dus recycleren ze shit van vroeger en hopen ze dat niemand dat zal merken”, laat één van de personages in ‘21 Jump Street’ zich ontvallen. Een opvallend stukje dialoog, dat representatief is voor de toon van deze actiekomedie. De makers geven daarmee namelijk overduidelijk te kennen dat ze weten dat hun uitgangspunt niet origineel is (ze haalden de mosterd bij de gelijknamige tv-serie, die Johnny Depp bekendheid bezorgde), maar dat ze wel van plan zijn om alles te verpakken in een hip jasje vol zelfrelativerende popcultuurreferenties.
Aan het woord is de chef van flikkenduo Schmidt (Jonah Hill) en Jenko (Channing Tatum), wiens dekmantelmissie erin bestaat om een middelbare school te infiltreren, op zoek naar geheime drugstrafiek. Schmidt en Jenko zien er nog jong genoeg uit om op een geloofwaardige manier voor een student te kunnen doorgaan (nou ja), maar worden al gauw geconfronteerd met de snelle veranderingen die de jeugd doormaakt. Wat vroeger trendy of cool was, is dat nu niet meer. Verwarrende tijden dus, waarin de twee vooral niet mogen vergeten wat hun eigenlijke missie is.
‘21 Jump Street’ wil zich tegelijk als buddy cop-actiefilm en high school-komedie verkopen, en doet dat met verve. Vooral het comedyluik in de eerste helft werkt erg aanstekelijk. Doordat de twee hoofdpersonages de kans krijgen hun schooltijd opnieuw te beleven, waan je je bij momenten zelfs in het universum van John Hughes, maar dan met iets schunnigere grappen. Toch bevat de film een aantal scènes die niet zouden misstaan hebben in pakweg ‘Some Kind Of Wonderful’ of ‘Pretty In Pink’. Dat de makers echter met beide voeten in de huidige tijd staan, is dan weer zo klaar als een klontje bij de scène waarin onze twee undercoverhelden zelf van het ‘hogere sferen’-spul proeven of de obligate penisgrap – die door de toch vooral aan de eighties refererende toon van de film niettemin een beetje misplaatst aanvoelt. Maar dat het niet grappig zou zijn, ga je ons niet horen beweren.
Regisseursduo Phil Lord en Chris Miller (de mannen achter het lichtjes fantastische ‘Cloudy With A Chance Of Meatballs’) overtreden zonder twijfel af en toe de grens van het smakeloze, maar compenseren dat met een vat aan clevere referenties, die kenners van de cinema uit de jaren ’80 maar wat graag zullen spotten. De aanwezigheid van Johnny Depp in een kort rolletje ligt voor de hand, maar al wie heimwee heeft aan het high school- of actiegenre van weleer, zal zich meer dan geëntertaind voelen. Het pleit ook voor de makers dat ze hun actie met de nodige knipogen verpakken en nooit overgaan tot ernstige shoot-outs.
Een heel verschil kortom met de tv-reeks van weleer, waarin een pak ernstige thema’s de revue passeerden en alles veeleer ernst dan tienerpret was. Wie ooit een aflevering zag van de ‘21 Jump Street’-serie herkent wellicht niets meer, wat de openingsquote van deze recensie des te boeiender maakt. De scenarioschrijvers (onder wie ook Jonah Hill) weten dat ze een idee kopiëren, maar zijn wel zo slim om te demonstreren dat ze met die gerecycleerde premisse een stuk inventiever omspringen dan het gros van hun collega’s, die een oude film- of tv-koe pogen te reanimeren. Het helpt natuurlijk ook dat Hill en Tatum het perfecte tegenpoolkoppel vormen, en dat ze beide over een prima komische timing beschikken. Geen hoogstaande cinema, toch goed gelachen.