Tuig van de richel, schiet- en knokpartijen, gierende banden en vroemende motoren, vervaarlijke tatoeages, biker chicks … fans van B-actiefilms hebben met ‘The Baytown Outlaws’ redenen genoeg om anderhalfuur de dagelijkse beslommeringen te vergeten. En krijgen er met de aanwezigheid van Billy Bob Thornton gratis en voor niks zelfs een Oscargenomineerde acteur bij. Al zou je op basis van zijn vertolking hier helemaal niet vermoeden dat de man ooit een begenadigd acteur én regisseur was.
De ‘Baytown Outlaws’ waarvan sprake zijn de broers Oodie. Brick (Clayne Crawford), Lincoln (Daniel Cudmore) en McQueen (Travis Fimmel) om precies te zijn. Drie misdadigers die lak hebben aan de wet en in hun levensonderhoud voorzien met weinig koosjere bronnen van inkomsten. Ze staan zelfs op de loonlijst van plaatselijke sheriff Millard (Andre Braugher) die hen betaalt om in het geniep andere misdadigers om te leggen, zodat de criminaliteitscijfers lekker laag blijven. Geniepig, maar niet geniepig genoeg zo blijkt wanneer een overheidsagent Millard benaderd en hem meedeelt dat hij een onderzoek eist naar de Oodie-broers die hij ervan verdenkt verantwoordelijk te zijn voor nogal wat verdachte doden in de streek.
De drie broers werken trouwens niet enkel in eigen beheer of dat van de sheriff: in ruil voor vijfentwintigduizend dollar verklaren ze zich akkoord om ene Celeste (Eva Longoria) uit de nood te helpen. Haar aan een rolstoel gekluisterd petekind Rob wordt gevangen gehouden door de plaatselijke drugtycoon Carlos (Thornton) en in ruil voor het geld trekken de Oodies op pad om Carlos naar de eeuwige jachtvelden te knallen en de tiener te bevrijden. Maar het broedertrio blijkt niet opgewassen tegen Carlos. Hij overleeft de aanslag en stuurt uit wraak een gans leger huurmoordenaars achter de broers en Celeste aan.
‘The Baytown Outlaws’ steekt zijn voorliefde voor grindhousetitels en het oeuvre van adepten zoals Robert Rodriguez en Quentin Tarantino niet onder stoelen of banken, maar regisseur Barry Battles (zijn familienaam heeft hij alvast mee) moet uiteraard nog veel ijzervijlsel eten om op het niveau van zijn voorbeelden te komen. Iets wat hij hopelijk zelf ook weet. Door te kiezen voor een narratie waar quasi iedereen aan de verkeerde kant van de wet staat, hoeft hij zich alvast niet in te houden bij het uitwerken van een verhaal boordevol dubbele bodems. Want zo blijken de broers eigenlijk toch zo slecht nog niet te zijn, als je ziet tot welke atrociteiten de weledele heer Thornton in staat is. Duidelijk is in elk geval dat je ‘The Baytown Outlaws’ niet serieus moet nemen: Battles filmt met een knipoog en zoekt zijn heil vooral in taferelen die op maat lijken gesneden voor de weinig veeleisende actiefan die al blij is als er eens links en rechts een ontploffing te rapen valt. En die deze film misschien wel als ideaal zoethoudertje beschouwen in afwachting van Roberto Rodriguez’ ‘Machete Kills’.
Het scherpst van de exploitationsnee haalt Battles echter niet: het is niet omdat hij alles zo trashy mogelijk filmt (let op de opzettelijk dik in de verf gezette moddertinten waarmee alles in beeld is gebracht) dat het resultaat ook ‘goed fout’ is. Teveel redneckhumor en –situaties zorgen er voor dat ‘The Bayton Outlaws” snel zijn relevantie verliest. Wie meer wil dan lerenjekkeractie komt hier van een kale kermis thuis. Al is de kans uiterst klein dat iemand die zich niet aangesproken voelt door de inlay deze titel in de dvd-speler zal schuiven.