Na twee kleinschalige speelfilms (en een duo kortfilms en een rits videoclips en reclamespots) plots met de grote Hollywood-jongens mogen meespelen: het is niet iedereen gegeven. Ruben Fleischer (regisseur van ‘Zombieland’ en ’30 Minutes Or Less’) kreeg die kans, maar het resultaat is helaas voor Fleischer en voor de welwillende kijker geen onverdeeld succes te noemen. Nochtans kreeg Fleischer met namen als Sean Penn, Josh Brolin, Ryan Gosling, Emma Stone en Nick Nolte een fiks aantal acteerkleppers voor de camera.
‘Gangster Squad’ is een kijk op de strijd tussen de politie en de georganiseerde misdaad in het Los Angeles van de jaren veertig. Vervang Los Angeles door Chicago en de jaren veertig door de jaren dertig en je krijgt zowaar een blauwdruk van ‘The Untouchables’ voorgeschoteld. En tel er tien jaar bij en je zit in ‘LA Confidential’. Het minste dat je van ‘Gangster Squad’ kan zeggen, is dat hij in goed gezelschap verkeert. En dan hebben we het nog niet over de talloze andere gangsterprenten gehad waar Hollywood al sinds mensenheugnis in grossiert. Initiatiefnemer van ‘Gangster Squad’ is producent Dan Lin, die bij Warner zowat kind aan huis is na de deal die hij sloot met de Guy Ritchie-franchise rond ‘Sherlock Holmes’. Het kostte hem dan ook niet veel moeite om de studio te overtuigen het non-fictie boek ‘Tales From The Gangster Squad’ van Los Angeles Times-journalist Paul Lieberman te verfilmen.
In de jaren veertig was Los Angeles in de greep van de maffiabende van Mickey Cohen (vertolkt door Sean Penn). Cohen was tijdens de drooglegging actief in Chicago, en trok in 1939 naar LA waar hij met de hulp van onder andere Meyer Lansky kon gaan werken voor de evenzeer notoire Bugsy Siegel. De extreem gewelddadige Cohen groeide al snel uit tot een van de meest beruchte maffiosi die ooit in de stad der engelen was neergestreken. Het LAPD richtte een speciale divisie op (het zogenaamde ‘gangster squad’) om Cohen en de zijnen bij de kraag te vatten. Wat uiteraard niet eenvoudig was, daar Cohen goede vriendjes was met lokale politici en agenten. En naar het schijnt ook met Frank Sinatra, maar dat is een ander verhaal.
De leiding van de speciale afdeling kwam in handen van John O’Mara (Josh Brolin), een oorlogsveteraan die de opkomst van de georganiseerde misdaad met lede ogen aanzag en bereid was om persoonlijke offers te brengen in de strijd tegen Cohen. Een ander opvallend lid van de ‘gangster squad’ was sergeant Jerry Wooters (Ryan Gosling). Wooters was een echte dandy en vrouwenzot en krijgt in de film een relatie met Grace Faraday (Emma Stone), Cohens etiquette-instructrice en ook een van zijn liefjes. Een verhaallijn die pure fictie is trouwens, want Grace Faraday heeft nooit echt bestaan. ‘Gangster Squad’ mag dan weliswaar grotendeels de mosterd halen bij ware feiten, een fikse dosis dichterlijke vrijheid zorgt ervoor dat het resultaat evenzeer fictie als non-fictie is. Wat logisch is: Eliot Ness redde in zijn jacht op Al Capone immers ook geen baby op de trappen van Grand Central Station.
Het scenario van Will Beal (zelf een voormalig moordzakeninspecteur in Los Angeles) en de regie van Ruben Fleischer vertonen nogal wat inzinkingen. Het gangsterverhaal is op zich weinig vernieuwend te noemen, en het resultaat finisht als een onwennige kruising tussen gepolijste A-titels als ‘The Untouchables’ (Fleischer schudt zelfs een tracking shot hommage af als knipoog naar het oeuvre van Brian De Palma) en ongenuanceerd B-geweld à la Roger Corman. Een goed voorbeeld is de finale waarin de confrontatie tussen O’Mara en Cohen uit een goedkope low-budgetprent lijkt te zijn weggeplukt en nogal haaks staat op de ravissante aankleding waar Fleischer mee aan de slag mocht. Sean Penn zorgt eveneens voor een al dan niet bewuste campwaarde door nogal zwaar over de top te gaan als de geflipte Cohen. Een beetje meer nuance was welkom geweest. Het is gelukkig niet allemaal kommer en kwel in ‘Gangster Squad’: er zijn een paar interessante set pieces, en de breed uitwaaierende cast (met ook nog Giovanni Ribisi, Michael Pena, Anthony MacKie en Robert Patrick op de rolverdeling) zorgt er - vooral in het middenstuk voor - dat alles vlotjes vooruit gaat. Maar echt exploderen of tot volle groei komen doet deze ‘net niet’-film of interessante mislukking niet.
Simon Couwens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.