En toen trokken ze in Hollywood een blik Thais voer uit de remakemuur, en kreeg het uit 2006 stammende ‘13: Beloved’ – ook bekend als ‘13 – Game Of Death’ – een Westers jasje aangemeten. Die Thaise horrortriller annex zwarte komedie was gebaseerd op de graphic novel ‘13th Quiz Show’ en was in de eerste plaats een aanklacht tegen het materialisme dat de (Thaise) samenleving steeds meer in zijn greep krijgt. Van die aanklacht is in de Westerse remake niet zo veel meer te merken: Daniel Stamm zoekt in zijn versie zelfs duivelse oorden op door alles met een duister-religieuze saus te overgieten. De man heeft duidelijk nog de vibes van zijn vorige prent ‘The Last Exorcism’ in het lijf zitten.
‘13 Sins’ volgt het origineel tot op zekere hoogte vrij getrouw, maar vindt gaandeweg een eigen stem. Aan het basisidee (welke morele waarden wil iemand overboord zetten in ruil voor heel veel geld) veranderde op zich niets. Elliot Brindle (Mark Webber) is een verzekeringsmakelaar die plots wordt ontslagen omdat hij niet doortastend genoeg is als het aankomt op het sluiten van een contract (lees: in het bedotten van de klanten). Nochtans heeft hij zijn loon hard nodig: hij staat op het punt te huwen met zijn zwangere verloofde Shelby (Rutanya ‘True Blood’ Wesley), moet ervoor zorgen dat zijn mentaal gehandicapte broer (Devon Graye) zelfstandig kan leven en ziet zich daarnaast geconfronteerd met zijn vuilbekkende vader (Tom Bower) die uit zijn huis wordt gezet zodat hij zich genoodzaakt ziet om de man – tijdelijk – bij hem te laten intrekken. En dan krijgt Elliot plots een telefoontje. Een stem deelt hem mee dat hij ettelijke miljoenen op zijn bankrekening kan krijgen als hij dertien opdrachten uitvoert. Als hij halverwege het parcours stopt of aan iemand laat weten dat hij niet uit vrije wil handelt, verliest hij al het geld.
De eerste opdracht voor duizend dollar is het doden van een vlieg die in zijn wagen zit. Een taak die binnen een paar seconden in kannen en kruiken is. Gedreven door de lokgroep van het geld stemt hij toe in de tweede taak: het opeten van de dode vlieg. En opnieuw tikt de teller op de bankrekening aan, zo merkt hij op zijn iPhone. Waarop het slechts een kleine stap is naar uitdaging drie (een kind laten huilen). En voor Elliot het weet zit hij vast in een spiraal van steeds groteskere bevelen, krijgt hij de politie achter zich aan en staat hij uiteindelijk op het punt om voor geld zijn persoonlijke integriteit op te offeren. Lees: zijn ziel aan de duivel te verkopen.
Daniel Stamm adapteerde zelf het origineel en gooit niet meteen alle kaarten op tafel. Tijdens de begingeneriek hint hij voor de oplettende kijker even waar hij naar toe wil, al is het pas tijdens het laatste deel dat de modus operandi van de geheimzinnige beller duidelijk wordt. Dat Stamm alles mooi afhandelt en niet voor een open einde kiest, is alvast een meevaller voor iedereen die de zaken liefst afgerond ziet. Of bijna: hoe de snoodaards erin slagen om hun prooi constant in de gaten te houden, is na de eindgeneriek nog steeds een open vraag. De weg naar de climax is verrassend entertainend ingekleurd, en begint ergens halverwege zelfs aan te leunen bij het ‘Saw’-universum. Dat ‘13 Sins’ werkt komt ook gedeeltelijk door de cast: Mark Webber is een sympathieke speler tegen wil en dank, en Ron Perlman heeft een leuke en scènestelende bijrol als norse politie-inspecteur die op de zaak wordt gezet.
Wie ‘13 Sins’ neemt voor wat het is – een competent gemaakte tijdvuller voor de thriller- en horrorfan – zal weinig redenen hebben om zich bekocht te voelen. Zelfs al is er niet altijd een evenwicht tussen de (zwarte) humor en de zwaar aangedikte gruwel die Stamm in een paar scènes de vrije loop laat. Maar daarover struikelen zou gek zijn, zeker omdat ‘13 Sins’ netjes garant staat voor anderhalfuur ongecompliceerd entertainment.
Simon Couwens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.