Voor de turvers onder jullie: dusver mocht misbegrepen knuffeldraak Godzilla in liefst dertig films zijn oorlogskreet laten horen. Zoiets verdient een bloemetje of Bongobon – of op zijn minst een driesterrenreview. Zijn eerste verschijning dateert van 1954 (Ishiro Honda’s ‘Gojira’) en deze Amerikaanse update heeft intussen de weg geplaveid voor een nieuwe franchise: ‘Godzilla 2’ – of zo je wil ‘Godzilla 32’ – staat aangekondigd voor 2018.
‘Godzilla/Gojira’ is in de eerste plaats een Japanse affaire. Vooraleer de reeks zich nestelde op het niveau van aimabele kinderfilmerij was het door radioactiviteit gewekte monster een allegorische vingerwijzing naar de boven Hiroshima en Nagasaki gedropte atoombommen. ‘Gojira’ sloeg bij het Japanse publiek ook in als een bom: productiemaatschappij Toho had meteen een melkkoe voor het leven, en liet hun mascotte clinchen met tal van andere monsters, King Kong inclusief. Dat de Amerikanen op de kar sprongen, is evident: in 1956 draaide Hollywood ‘Godzilla: King Of Monsters’. Geen remake van Honda’s origineel, eerder een ‘verwestering’: tachtig procent van de film bestond uit scènes uit het origineel die een Engelstalige klankband kregen. Daarnaast werden er een paar extra scènes opgenomen met Raymond Burr om te laten uitschijnen dat ‘Godzilla’ een volledig Amerikaans product was. Ook ‘King Kong Vs Godzilla’ kreeg in 1963 zo’n Hollywoodbad. De eerste echte Amerikaanse Godzilla-film is die van Roland Emmerich uit 1998. Eentje die nog steeds geboekstaafd staat als een flop, en Emmerich heeft inmiddels al veelvuldig laten horen er zelf niet tevreden over te zijn.
Gareth Edwards’ ‘Godzilla’ is andere koek. Tot op zekere hoogte. Au fond brengt hij natuurlijk hetzelfde verhaal: een ramp in een kerncentrale wekt een paar prehistorische monsters tot leven die koers zetten naar wereldsteden die welhaast geen verdediging kunnen inzetten tegen de uit de kluiten gewassen dinosaurus-look-a-likes. Edwards kreeg de regie aangeboden op basis van zijn sfeervolle debuut ‘Monsters’ uit 2010: daarin stond een invasie van buitenaardse wezens centraal, maar de monsters liet Edwards nauwelijks zien – hoofdzakelijk omdat hij het met een budget van nog geen half miljoen dollar moest zien te rooien. Wat een verschil met de honderdzestig miljoen waarmee hij dit keer aan de rol mocht. Al blijft visueel alles vrij dicht bij ‘Monsters’ zitten: veel mist en rook en een onheilspellende fotografie, en een titelheld die zich tevreden moet zien te stellen met wat een figurantenrol in zijn eigen film lijkt. Het eerste monster dat we te zien krijgen is niet eens Godzilla, maar een MUTO. En als we ‘zilla te zien krijgen, zit hij meestal verborgen achter de reeds aangehaalde mist en rook. Met zo’n aanpak krijg je natuurlijk heel wat fanboys op hun achterste poten, al waren er genoeg die als een blok vielen voor Edwards aanpak en het resultaat van de eerste minuut af omarmden. Een monsterfilm op maat van wie houdt van subtiele suggestie: ’t was bij Roland Emmerich geen waar, en bij Michael Bay zou het dat nog minder zijn.
Ook acteermatig gaat Edwards voor de verrassing. Hij jongleert weliswaar met namen als Juliette Binoche en Bryan Cranston, maar die verdwijnen vrij snel uit beeld. De echte hoofdrol blijkt voor Aaron Taylor-Johnson (‘Kick-Ass’) te zijn: niet meteen de meest verfijnde acteur van zijn generatie, en eigenlijk is hij een van de zwakste schakels in de ketting. Al heeft dat evenveel te maken met de vrij fletse manier waarop zijn personage is geportretteerd. Perfect is ‘Godzilla’ in geen geval, maar de atypische aanpak van Edwards werkt. De spanningsopbouw knipoogt zelfs nadrukkelijk naar die van Spielberg ten tijde van ‘Jaws’, ‘Close Encounters Of The Third Kind’ en ‘E.T., The Extra-Terrestrial’ – Edwards kent duidelijk zijn klassiekers. Jammer dat het scenario iets te voorspelbaar en volgens het boekje is: daar wat meer atypische keuzes in en ‘Godzilla’ was zonder twijfel een van de popcornsensaties van het jaar geweest. Zelfs met de uitschuivers blijft ‘Godzilla’ echter netjes overeind als een van de meest sacrale monsterfilms ooit gemaakt. Voorwaar een mooie prestatie.
Simon Couwens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.