Toeval, het kan af en toe frappant uit de hoek komen. Neem nu Naomi Watts en Nicole Kidman. Goede vriendinnen sinds ze elkaar leerden kennen op de middelbare school, en al in 1991 samen te zien in de film ‘Flirting’. Meer dan twintig jaar later zijn ze beide wereldsterren en acteren ze toevallig elk in een prent over een populaire iconische Europese prinses, die – ook al weer toevallig – allebei overleden aan de gevolgen van een auto-ongeval. En beide titels – daar is het toeval weer – werden vervolgens afgekraakt door de pers en slaagden er niet in potten te breken aan de bioscoopkassa’s. Of hoe Naomi Watts met ‘Diana’ en Nicole Kidman met ‘Grace Of Monaco’ - prestigieuze projecten die hen van hun meest glamoureuze kant laten zien - welhaast een identieke carrière-uitschuiver maakten. Frappant, dus.
‘Grace Of Monaco’ vertelt niet het volledige leven van Grace Kelly, de Amerikaanse actrice die door haar huwelijk met prins Rainier III van Monaco toetrad tot de Monegaskische royalty en daarvoor haar filmcarrière opgaf. De prent focust enkel op een woelige periode in haar leven, meer bepaald het jaar 1962. Toen was ze reeds zes jaar prinses in Monaco, maar wat voor de buitenwereld een sprookjeshuwelijk leek, was dat voor haar minder. Ze kon niet echt aarden aan het hof, en het huwelijk met de stugge Rainier was verre van romantisch. Tenminste, als we de geruchten en dit scenario mogen geloven. Feit is dat Alfred Hitchcock haar dat jaar contacteerde met de vraag of ze de hoofdrol wou vertolken in ‘Marnie’. Hitch, die met Kelly had samengewerkt voor ‘Dial M For Murder’, ‘Rear Window’ en ‘To Catch A Thief’ was zich als geen ander bewust van Kelly’s aantrekkingskracht op het witte doek. Kelly was zeker gecharmeerd door het aanbod, en dacht er zelfs over na om even terug te keren naar Hollywood. Rainier steunde haar niet in die beslissing, en de politieke crisis die Monaco rond dat tijdstip beleefde, was een van de redenen waarom ze niet opnieuw ging acteren. Monaco lag in 1962 immers zwaar onder vuur van de Franse president De Gaulle: die vond het niet langer kunnen dat Monaco een belastingsparadijs was voor heel wat Franse bedrijven en hij dreigde met een invasie in Monaco indien de soevereine staat geen inkomstenbelastingen begon te heffen.
‘Grace Of Monaco’ was al voor zijn wereldpremière op het festival van Cannes controversieel. De Grimaldi’s kantten zich bij monde van de kinderen van Grace en Rainier tegen de film, ook al hadden ze initieel toestemming gegeven om sommige scènes in Monaco op te nemen. Ze lieten in een gezamenlijke verklaring optekenen dat de film geen biografische benadering was, maar een gekleurde en fictieve bladzijde uit de geschiedenis van Monaco. Waarop ze zich prompt van het eindresultaat distantieerden. Een verwijt dat regisseur Olivier Dahan (‘La Vie En Rose’) kaderde met de tegenkanting dat hij geen biograaf was, maar een artiest met een kunstzinnige visie. Ook Kidman verdedigde de film door te accentueren dat het in de eerste plaats een karakterstudie was waarin Grace Kelly werd geëerd door haar tegelijkertijd op haar meest kwetsbaarst en strijdvaardigst te laten zien. De controverse bleek koren op de molen voor de critici: de film werd van meet af aan genadeloos afgekraakt en de première in Cannes bleek een vergiftigd geschenk. En dan was er nog de clash met Bob en Harvey Weinstein, de Amerikaanse distributeurs. Die toonden zich niet tevreden met Dahans montage en weigerden dusver zelfs om de film in de USA te releasen.
De matige ontvangst is niet helemaal onterecht. ‘Grace Of Monaco’ bevat ontegensprekelijk boeiende stof voor wat een interessante film zou moeten zijn, maar Dahan en scenarist Arash Hamel halen hun slag niet volledig thuis. Zoals wel meer het geval is bij (halve) autobiografische films primeert aan het eind van de rit een fragmentarische aanpak en ontbreekt de flow om alles hecht met elkaar te verbinden. Nochtans zit bij de aftrap alles snor, met een schitterende scène waarin Hitchcock in zijn eentje naar Monaco reist om zijn vroegere muze op te zoeken en daarbij alle protocol aan zijn laars lapt. Een startschot dat niet naar een vlotte finish leidt: naarmate de politieke intrige op de voorgrond komt verliest Dahan steeds meer de pedalen. De koele situatie tussen Grace en Rainier wordt op een iets te cleane manier ontmijnd, en het vereiste vuurwerk om het tweede deel even boeiend te houden tekent niet altijd present.
Visueel zit alles wel snor. Dahan doet zijn best om alles zo luxueus mogelijk in beeld te brengen, zeker tijdens de cocktailjurkscènes die zich op het prinselijke paleis afspelen. Een echte sprookjessfeer weet hij nooit te evenaren: daarvoor is de connectie tussen Kelly/Kidman en Rainier/Roth te afstandelijk, en wordt het politieke schaakspel tussen Monaco en Frankrijk te vrijblijvend weergegeven, een kleine uitstap naar het spionagegenre ten spijt. De acteurs houden het wel interessant: Tim Roth doet het weinige dat hij moet doen – heel veel sigaretten roken en nors kijken – goed en Kidman lijkt wel in de wieg gelegd om Grace Kelly te verpersoonlijken. Mooi en sereen is de vertolking van Frank Langella, die een extra menselijke toets toevoegt als Francis Tucker, een Amerikaanse priester die zowel Rainier als Kelly met raad en daad bijstond. Wat er allemaal samen voor zorgt dat er ondanks de mindere kantjes van ‘Grace Of Monaco’ toch nog genoeg moois te rapen valt om meermaals gecharmeerd te zijn door Dahans hobbelig werkstuk.
Simon Couwens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.