Een vierde ‘Mad Max’-film. Dertig jaar nadat de laatste werd uitgebracht. En opnieuw bedacht, gevisualiseerd en geregisseerd door George Miller. Meer reden om te juichen, te hoelahoepen en de sambaballendans te dansen heeft een liefhebber van actiecinema uit de jaren tachtig niet nodig. Al klinkt deze laatste omschrijving te denigrerend: Millers ‘Mad Max’-prenten zijn immers meer dan zomaar kinderen van hun tijd. Het zijn generatie- en zelfs genreoverstijgende uppercuts die Ozploitation en Mel Gibson internationaal op de kaart zetten en behoren tot het cannon van filmkunst met een grote F.
Aftrappen gebeurde in 1979 met ‘Mad Max’ gesitueerd in een bijna-postapocalyptisch Australië. Max Rockatansky (dé doorbraakrol van Mel Gibson) is een politieagent die het aan de stok krijgt met een motorbende, waarop die zijn vrouw en kind vermoorden, en hij vervolgens maniakaal mad uit zijn krammen schiet. Twee jaar later kwam ‘Mad Max 2’ – ook bekend als ‘The Road Warrior’ – waarin de maatschappij volledig naar de knoppen is en er gevochten wordt om olie. Max komt in het vaarwater terecht van een sadistische bende oliejagers en neemt het behalve voor zichzelf ook op voor de kleine man. Die werd nog kleiner in 1985, toen Max in ‘Mad Max Beyond Thunderdome’ een troep weeskinderen naar het beloofde land leidde, en het terloops opnam tegen de bende van Tina Turner Haarzelve. Een derde deel dat het kwalitatief niet haalde van de vorige twee, waardoor het misschien niet zo erg was dat Miller de franchise daarna liet rusten.
Toch kon Miller zijn creatie niet in het koelvak laten. Hij mocht dan wel zijn pijlen richten op pratende varkens (‘Babe’) en tapdansende pinguïns (‘Happy Feet'), een terugkeer naar de desolate woestenij van Max Rockatansky was wat hij écht wou. Ergens in 1998 vond hij de juiste insteek: in plaats van een oorlog in het leven te roepen die draaide rond olie en benzine, wou hij een plot die draaide rond de handel in mensen. Het project rond krijgen gebeurde niet zonder slag of stoot: de eerste geplande aftrap viel in het water door de aanslagen op nine eleven en de daaropvolgende oorlog in het Midden-Oosten. Toen het project terug boven water kwam, bleek Gibson zichzelf in de voet te hebben geschoten met zijn racistische uitspraken over Joden en zijn breed in de media uitgesmeerde vechtscheiding. Geen Mad Mel meer dus, en even was Heath Ledger in de running om de fakkel over te nemen. Uiteindelijk werd het Tom Hardy en konden de opnames in 2012 alsnog van start gaan, grotendeels in Australië en Namibië. De film opnemen bleek een ding, de postproductie en montage een ander: uiteindelijk kwamen er zelfs reshoots aan te pas vooraleer Miller en Warner echt voelde dat het snor was.
De fanboys en –girls kunnen tevreden zijn over Millers beslissing om zijn universum uit te breiden. Dit is geen reboot of remake, eerder een logische verderzetting van de reeks. Het verhaal kan perfect dertig jaar na ‘Thunderdome’ zijn gesitueerd, en Gibson kon de rol van Max Rockatansky zeker nog eens hebben vertolkt. De chronologie zou dan helemaal rond zijn geweest, al is Tom Hardy een meer dan waardig substituut. Ditmaal kruist Max – nog steeds een eenzaat en geplaagd door innerlijke demonen die teruggaan tot de dood van zijn gezin – het pad van de gemaskerde Immortan Joe, een dictator die zijn volgelingen onder de knoet houdt door af en toe de watersluizen even te openen zodat ze zich kunnen laven in de verzengende hitte. Leuk detail: Joe wordt vertolkt door Hugh Keays-Byrne, die in de originele ‘Mad Max’ opperschurk Toecutter mocht vertolken. Immortan Joe heeft het slim bekeken in zijn stulp: hij laat zich begeleiden door een albino bende vechtersbazen – bekend als Warboys – en zorgt middels een uitgekiend systeem in zijn eigen onderhoud. Hij heeft als enige toegang tot water, tapt moedermelk af van zogende vrouwen, teelt groenten, heeft een gigantisch auto- en wapenarsenaal tot zijn beschikking en beschikt over een harem die hij gebruikt om zijn nakomelingen ter wereld te brengen.
De vijf vrouwen uit zijn harem blijken de McGuffins van dienst: krijgster Furiosa (een sterke Charlize Theron) ontvoert de vijf vrouwen en verbergt ze in een gepimpte olietanker. Ze gaat er met hen vandoor en wil hen terugbrengen naar een groen en vruchtbaar oord dat ze zich herinnert van vroeger. Immortan Joe wil zijn vrouwen terug en zet de achtervolging in met een imposante kolonne oorlogstuigen. Max raakt – deels gewild, deel toevallig – aan boord van de olietanker en bindt samen met de vrouwen de strijd aan tegen de troepen van de dictatoriale despoot.
Net als in de vorige drie ‘Mad Max’-titels is de plot ontzettend eenvoudig en strak. Een minpunt is dat geenszins. Miller pakt andermaal uit met een ongelooflijk intense actie- en stuntchoreografie. Zozeer zelfs dat ‘Fury Road’ in feite een lange achtervolging is. Na een korte intro waarin we Max (opnieuw) leren kennen is zo goed als de volledige speelduur voorbehouden aan de vlucht van de vrouwen voor de troepen van Immortan Joe. Hier en daar is het misschien iets te rommelig, nagelbijtend spannend wordt het nooit en de CGI-explosies zijn af en toe iets te overdadig, maar dat zijn allemaal overkomelijke euvels. De adrenalinerush is zo groot dat je als het ware in het scherm wordt gezogen, gelokt door de orgasmisch-fantastische actiescènes, de dominantie van de acteurs en de hartslagversnellende soundtrack van Junkie XL. Dat het scenario in al zijn eenvoud eigenlijk toch iets zegt over dictatoriale maatschappijen, ongegeneerd een feministische kaart trekt en excelleert in geinige vondsten is een extra reden om onder de indruk te zijn. Van het demonenmasker van Immortan Joe tot de chroomshots die de War Boys krijgen: zelfs aan subtiele animo is er geen gebrek in ‘Mad Max: Fury Road’. Kortom: exuberante actiecinema op zijn best, en het derde semimeesterwerk in de ‘Mad Max’-franchise. Indien Miller alsnog de kans krijgt of grijpt om een vijfde aan het canon toe te voegen, dan ligt de lat wel heel hoog als hij dit nog wil overtreffen.
Simon Couwens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.