Het zou mooi geweest zijn. Een ‘gepokt en gemazeld in de jaren tachtig’-vermelding op de inlay van ‘The Guest’. Vervang de oorlog in het Midden-Oosten door die in Vietnam, denk de mobiele telefoons weg en vervang de mix-cd die hier zijn opwachting maakt door een mixtape en het zou geen moeite kosten om deze prent qua look en feel daadwerkelijk in de Reagan- en Martens-jaren te situeren. Niet de eerste keer dat Adam Wingard VHS-approved kijkvoer aflevert trouwens: zijn horrorfilm ‘You’re Next’ was ook al een nauwelijks verholen eightieshommage.
Wingard verliest geen tijd met al dan niet overbodige introducties. Binnen de eerste vijf minuten liggen de scenariobouwstenen op hun plaats. Er wordt aangebeld bij de Petersons, bestaande uit moeder Laura, vader Spencer, zoon Luke en dochter Anna. Oudste zoon Caleb is er niet meer, gesneuveld in de oorlog in Afghanistan. De jongeman voor hun deur noemt zichzelf David Collins, en was een strijdmakker van Caleb. Omdat hij en Caleb goede vrienden waren wil hij de Petersons condoleren met hun verlies. De vriendelijke David valt – na enig scepticisme van Spencer – goed in de smaak en mag blijven logeren. Voor zolang hij wil. David profiteert ervan om te infiltreren in het gezin. Hij helpt Luke afrekenen met een paar pestkoppen op school, wint ei zo na het hart van Anna en helpt Spencer om promotie te krijgen.
Uiteraard is het niet al goud wat blinkt. Wat de kijker sneller dan de Petersons in het snotje krijgt is dat David helemaal niet is wie hij pretendeert te zijn: hij zeult immers een grote verborgen agenda mee en iedereen die hem op het spoor komt of voor de voeten loopt wordt onverbiddelijk naar gene zijde gekatapulteerd. Anna is de eerste die ontdekt dat David heel wat gevaarlijker is dan hij zich voordoet. Zijn snode plannen doorkruisen blijkt echter niet zo eenvoudig en zelfs – onheilspellend tromgeroffel - levensgevaarlijk.
‘The Guest’ wordt omschreven als een kruising tussen ‘The Bourne Identity’ en ‘The Terminator’: namenschermerij die verdedigbaar is. Even goed kan je het tonaal bekijken als een kruisbestuiving tussen Joe Rubens ‘The Stepfather’ en Robert Harmons ‘The Hitcher’. Wingard en scenarist Simon Barrett leveren een venijnige, maar ontzettend leuke thriller af die er geen graten inziet om de clichés hoog op te stapelen en ze tegelijkertijd te ontkrachten. En ergens halverwege uit te pakken met een rudimentaire en lekker explosieve actiesequentie. De eerste montage van ‘The Guest’ duurde zo’n twintig minuten langer en bevatte nogal wat expositie over het hoe en waarom van Davids daden. Uiteindelijk werden die bijna allemaal weggeknipt en moeten we het doen met een verklaring die op een in het tweeën gevouwen half bierviltje past. Dat kan slordig ogen, feit is dat die kaalslag er echter voor zorgt dat de funfactor vlotjes naar de elf gaat.
Eveneens geslaagd: de vertolkingen. Sheila Kelley en Leland Orser passen netjes in het stramien van de onwetende vader en moeder, en Brendan Meyer doet het behoorlijk als gepeste puber with a vengeance. De meeste lof gaat echter naar Maika Monroe als slimme tienermeid en vooral naar Dan Stevens als de geflipte ex-soldaat. Monroe scoorde eerder dit jaar al goede punten in de instantklassieker ‘It Follows’ en Stevens – die de snuggere televisiekijker kent van ‘Downtown Abbey’ – cabotineerde een paar maand terug als Lancelot in ‘Night At The Museum: Secret Of The Tomb’. En ligt het aan ons, of positioneert Stevens zich hier als een morf tussen Ryan Gosling en Bradley Cooper? Wat er van zij, Stevens staat momenteel aan de zijde van Emma Watson op de set van Disneys door Bill Condon geregisseerde live action versie van ‘Beauty And The Beast’. Een status van rijzende ster die meteen een extra reden vormt om deze ‘The Guest’ sardonisch genietend achterover te slaan.
Simon Couwens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.