Zoeken

Rurouni Kenshin Trilogy

  • Cinevision.be/nl quoteert Rurouni Kenshin Trilogy met een 3/5
  • Regisseur: Keishi Ohtomo
  • Cast: Takeru Satô, Emi Takei, Tatsuya Fujwara
  • Genre: Actie
  • Duur: 400 minuten
  • Releasedatum DVD: 30-04-2015
  • Distributeur DVD: Splendid Films
Bekijk de cover van de film "Rurouni Kenshin Trilogy"
Liefhebbers van Oosterse cinema en Japanse mangastrips hebben alle reden om in hun nopjes te zijn. Drie blinkende schijfjes verenigen in een box immers de drie ‘Rurouni Kenshin’-films (de eerste stamt uit 2012, de overige twee uit 2014) samen met een overdaad aan extra’s. Ongetwijfeld een gegeerd hebbeding voor de doelgroep, zo’n beetje zoals Turbo Man dat was voor Arnold Schwarzenegger en Sinbad in ‘Jingle All The Way’.

Duiding vooraf: ‘Rurouni Kenshin’ – ook bekend als ‘Samurai X’ – van manga-artiest Nobuhiro Watsuki werd gepubliceerd tussen 1994 en 1999 in ‘Weekly Shonen Jump’, zowat het populairste Manga-tijdschrift in Japan. De saga telt 255 hoofdstukken, onderverdeeld in 28 episodes. Niet meteen iets dat je op anderhalf uur verfilmd, en dus kreeg de reeks de ‘full Tolkien’-trilogie behandeling. Zij het niet in drie films van drie uur, maar in drie films van twee uur en een kwartier. Niet de eerste keer dat ‘Rurouni Kensin’ een adaptie krijgt trouwens: eerder konden de fans zich laven aan een anime-adaptatie, een animatiefilm en een videogamebewerking. De drie films zijn geregisseerd door Keishi Ohtomo, en door te gaan voor een kapitein aan het roer is alvast de continuïteit gewaarborgd.

‘Rurouni Kenshin’ is historische fictie. De personages zijn fictief, de achtergrond is historisch accuraat. Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de Meji-periode (grosso modo 1868 – 1912) waarin Japan evolueerde van feodale staat naar zijn huidige, moderne vorm. De Mejiregering maakt jacht op de vertegenwoordigers van het shogunaat, die met hun traditionele waarden vastklitten aan aan het verleden. Een van de meest gevreesde shogunjagers is Battosai, een razend efficiënte moordenaar die op een gegeven moment spoorloos verdwijnt. De eerste film begint tien jaar na het verdwijnen van de meedogenloze doder en toont hoe ene Kenshin (Takeru Satô) opduikt in een landelijke streek in Tokio, en er met de botte zijde van zijn tweezijdig zwaard de bescherming op zich neemt van Kaoru (Emi Takei), de eigenaresse van een kendoschool die belaagd wordt door de bende van een plaatselijke drugsbaron. Deels uit rechtvaardigheid, deels uit boetedoening voor zijn gewelddadig verleden. In de sequel ‘Kyoto Inferno’ probeert Kenshin nog steeds zijn gelofte dat hij nooit meer gaat doden te eerbiedigen. Makkelijk is dat niet als hij tegenover moordmachine Makoto Shishio komt te staan, initieel ingehuurd door de Japanse regering om net als Battosai/Kenshin de nog overblijvende shoguns over de kling te jagen, en nu vast van plan om Japan terug in een burgeroorlog te storten. Het afsluitende deel ‘The Legend Ends’ – in Japan amper een maand na ‘Kyoto Inferno’ in de zalen gebracht – sluit Kenshin een verbond met zijn vroegere mentor om af te rekenen met Shishio en zijn geliefde Kaoru te redden.    

‘Rurouni Kenshin’ mag dan in de eerste plaats manga zijn, het is niet zo moeilijk om link te leggen naar onder andere kung fu, westerns en zelfs superheldenfilms. Dat laatste wordt vooral in de tweede film duidelijk, waarin de in verband gehulde Shishio nogal wat gelijkenissen vertoont met een superschurk die evengoed in het Marvel of DC-universum zou kunnen opduiken. ‘Kyoto Inferno’ en ‘The Legend Ends’ vormen grotendeels een geheel, netjes van elkaar gescheiden door een cliffhanger. Ohtomo bespaart niet op de actiescènes. Logisch, als je je tanden zet in een mangaklassieker die teert op zwaardgevechten. Fans van Oosterse gevechtschoreografieën zullen zich geenszins vervelen. Toch leeft ‘Rurouni Kensin’ niet van actie alleen: het is tegelijkertijd een liefdesverhaal en een drama over een man op zoek naar zichzelf. Al zullen er waarschijnlijk weinigen zijn die de poging tot menselijk verhaal op de eerste plaats zetten als het aankomt op redenen om bijna zeven uur zoet te zijn met deze trilogie. Zeven uur is trouwens lang, en dat laat zich geregeld voelen. Tussen de actiescènes door is er veel plaats voor introspectie en bezinning, en op die momenten durft ‘Rurouri Kenshin’ nogal eens slepen. Alsof Ohtomo per se de epische toer wou – of moest – opgaan, terwijl downsizing op sommige momenten zeker geen slechte zaak zou zijn geweest. Wat allemaal niet wegneemt dat deze verzameleditie een must is voor fans van Oosterse spektakelcinema.  

Simon Couwens

© Cinevision.be/nl

   Bioscoop

   DVD/Blu-Ray