Cinevision
Film besprekingen: bioscoop, dvd en Blu-ray
Kingsman: The Secret Service
We hebben het hier bij Cinevision wel voor Matthew Vaughn, een selfmade Brit van aristocratische komaf – en getrouwd met Claudia Schiffer. Hij kan het zich schijnbaar veroorloven om grote Amerikaanse studio’s af te wimpelen – hij regisseerde een ‘X-Men’-film en schoof er twee aan de kant – maar speelt even vaak hun grootbudgetspel mee. En hij heeft filmische stijl, getuige stevige toppers als ‘Stardust’, ‘Kick-Ass’ en ‘X-Men: First Class’. En deze ‘Kingsman: The Secret Service’ natuurlijk, een uitzinnige James Bond-pastiche die van waanzin en overdrijvingen USPs maakt.
‘Kingsman’ is net als ‘Kick-Ass’ gebaseerd op een graphic novel van Mark Millar. Millar schreef eveneens ‘Wanted’ maar hoe minder daar over geschreven en gesproken wordt – over de verfilming althans – hoe beter. Vaughn voelt Millar duidelijk goed aan: opnieuw volgt hij de plot niet tot op de letter, en leent hij het skelet om er een unieke filmische draai aan te geven met heel wat personages die in het bronmateriaal niet voorkomen.
Vaughn en Millar laten ons kennismaken met ‘Kingsman’ een Britse organisatie van geheimagenten die nog clandestiener en ondergrondser opereert dan het befaamde MI6, en die – voor alle zekerheid toch maar even vermelden – dus niet in het echt bestaat. Toch niet voor zover we weten, er is natuurlijk nog altijd dat geheimhoudingsaspect. Elk lid van de Kingsman heeft een naam van een ridder van de ronde tafel als alias en behandelt hoofdzakelijk diepe undercoverzaken. Bij zo’n zaak komt koningsman Lancelot om het leven, een tragisch ongeval waar Harry Hart/Galahad (Colin Firth) zich schuldig om voelt. Waarop hij besluit om als een mentor te waken over Lancelots zoon Eggsy (rijzende ster Taron Egerton) en hem eens hij volwassen is voor te dragen als nieuw lid van de Kingsman.
Tijdens de opleiding van Eggsy en de andere rekruten komt Galahad op het spoor van de geschifte biljonair Richmond Valentine (Samuel L. Jackson) die van plan is om de mensheid te vernietigen. Weliswaar met een nobel doel – waardoor hij wat verschilt van de doorsnee Bondschurk – maar dat zal er het dodencijfer niet minder hoog om maken. Dat Valentine zijn plan wil initiëren met de hulp van een door hem ontwikkelde superbatterij die in alle mobiele toestellen zit, zorgt meteen voor een fijne satire op onze mobiele communicatiefetisj.
Subtiel is ‘Kingsman: The Secret Service’ niet. Het duurt zelfs een tijdje vooraleer Vaughn alle verhaaldraden op orde krijgt en af en toe is het resultaat zelfs te lawaaierig voor zijn eigen goed. En toch werkt ‘Kingsman’. Hoofdzakelijk omdat Vaughn het hele Bondimperium met de sixtieslook stijlvol uitvergroot en dat zonder te vervallen in een platvloerse satire. In die optiek was het een slimme zet om Colin Firth en Michael Caine te integreren in de plot: twee acteurs die zelfs perfect zouden ageren in een echte Bondfilm. Ook over de top gaand geweld is opvallend vertegenwoordigd in ‘Kingsman’, wat van de film waarschijnlijk geen hebbeding zal maken voor puriteinen. In een instant klassieke scène moordt Firth een volledige kerk uit, en de climax is zo van de pot gerukt dat je hem moet zien om te geloven.
Eigenlijk is het ons niet volledig duidelijk of ‘Kingsman: The Secret Service’ een veredeld rommeltje of een echt goede film is. Niet dat het verdict er iets toe doet: Vaughn serveert een verduiveld entertainend brouwsel en de afdronk doet deugd. Wat anders te zeggen van een film waarin Samuel L. Jackson een lispelende gek met basketschoenen vertolkt en waarin een moordenares op blades opduikt? Heerlijk tegendraads blockbusterentertainment, deze ‘The Kingsman’. En daarom hebben we het dus voor Matthew Vaughn.
© Cinevision.be/nl
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.