Heel succesvol bij het bioscoopminnend publiek, minder geliefd bij op de loer liggende filmjournalisten: dat was de consensus na ‘The Da Vinci Code’ (2006) en ‘Angels & Demons’ (2009), twee door Ron Howard verfilmde romans van Dan Brown met archeologieprofessor Robert Langdon op het voorplan. Brown schreef in totaal vier boeken rond het personage, en Howard en Tom Hanks sloegen – gestuurd door het succes en de kans om nogmaals in het historische hart van Europa te duiken - de handen in elkaar voor een derde film. Daarbij kozen ze niet voor het derde boek uit de reeks (‘The Lost Symbol’), maar richtten ze hun pijlen op opvolger ‘Inferno’.
Die geschiedenisthriller verscheen in 2013 en leek met zijn zoek- en dwaaltocht doorheen Firenze, Venetië en Istanbul wel speciaal op maat geschreven voor het witte doek. Door de overvolle agenda’s van Howard en Hanks kwam de film er niet meteen, maar uiteindelijk viel alles toch timingsgewijs in de plooien. Vraag was natuurlijk of de reeks na een hiaat van zeven jaar nog populair zou zijn of dat vooral het gedachtegoed dat de vorige twee eigenlijk toch maar magere beestjes bleken, was doorgebroken. Beide, zo blijkt. ‘Inferno’ is niet zo succesvol als de vorige twee Langdons, en krijgt vooral in Amerika kassaklappen. Het Europese publiek blijkt vriendelijker voor deze nieuwe speurtocht doorheen hun cultureel erfgoed.
Verwarring troef in het eerste halfuur van ‘Inferno’. Langdon Hanks word met een hoofdwonde opgenomen in een ziekenhuis in Firenze, en de arme man weet niet meer wat hem is overkomen. Tijdelijk geheugenverlies dus. Dat iemand het op hem heeft gemunt, wordt duidelijk als hij samen met verpleegster Sienna Brooks (Felicity Jones) ternauwernood kan ontsnappen aan een aanslag. Ron Howard en scenarist David Koepp kozen ervoor om deze warrige opener ook warrig te verfilmen: hevig camerageschud, troebele beelden, incoherent verhaal … even leek het wel alsof we zelf een klap op het hoofd hadden gekregen. Op slechte voet starten, heet zoiets.
Gelukkig klaart het gaandeweg uit, en eens Langdon terug bij zijn positieven is en hij weet wat hij moet zoeken, gaat het met de film een betere richting uit. De McGuffin van dienst blijkt een ‘Faraday Pointer’ te zijn, een miniatuurprojector waarin Langdon samen met Brooks een aangepaste versie van Botticelli’s op Dantes ‘Inferno’ gebaseerde ‘map van de hel’ aantreft. Dit blijkt een eerste aanwijzing naar de vindplaats van een dodelijk virus dat door ene Bertrand Zobrist (Ben Foster) is ontwikkeld. Die vindt dat de wereld overbevolkt is en dat een tijdelijke grote kuis de aarde terug bewoonbaar kan maken voor de toekomstige generaties. Een theorie waarmee de man geen Nobelprijs voor de Vrede zal winnen. Aan Langdon de taak om het virus te onderscheppen vooraleer Zobrists handlangers het kunnen activeren. Dat Langdon en Brooks niet de enige zijn die jacht maken op het virus, is uiteraard de logica zelve.
‘Inferno’ is ideale stadsmarketing voor Firenze daar de queeste van Langdon heel wat bekende monumenten aandoet. Mooi om te zien alleszins, maar de plot wordt er helaas niet spannender door. Koepp doet maar weinig moeite om de plotgaten te verdoezelen en speelt twee uur lang verstoppertje met zijn personages die sneller van gezicht veranderen dan een triatleet van onderbroek. Wat ervoor zorgt dat ‘Inferno’ de minst interessante film uit het drieluik is: niet alleen is er geen ‘vork in de steel’-ontknoping omdat je na tien minuten al weet waar de plot overgaat, Koepp kan nauwelijks vermijden dat hij deze ‘historische James Bond’ af en toe de lanen van de (zelf)parodie instuurt.
Of hoe ‘The Da Vinci Code’ en ‘Angels & Demons’ bijna meesterwerken lijken in vergelijking met deze mak om zich heen zwaaiende actiethriller die na een makke start even opveert, maar nooit hoge toppen weet te scheren. Kleine kans dat dit de bedoeling was van Howard. Had hij er maar moeten aan denken dat (intelligente) pulp vooral entertaint als er een balans tussen de wal en het schip wordt gevonden. En niet tussen het kastje en de muur.
Simon Couwens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.