The Animals wisten het al in 1965: We gotta get out of this place if it’s the last thing we ever do. Goede raad waar de Afro-Amerikaanse medemens in deze ‘Get Out’ best niet te lacherig mee omgaat. Want ja, er maakt iemand jacht op hen, en die iemanden dragen geen witte kappen. De jagers gaan subtieler te werk, en het eindresultaat van hun haat-liefdeverhouding met ‘alle zwarte dingen’ is – voor zover mogelijk – zelfs grotesker dan wat de brandende kruisen meetorsende en lynchende liefdeloze lampenkappen lieten optekenen. Met dien verstande dat ‘Get Out’ uiteraard fictie is: met opzet dik in de verf gezet, en vaak hilarisch onderkoeld. Of hoe debuterend regisseur Jordan Peele erin slaagt om racisme aan te klagen en te duiden in wat misschien wel een van de meest bizarre horror’komedies’ ooit is.
In Amerika liep het alvast storm voor ‘Get Out’. De voor een paar appels en iets meer eieren gedraaide prent klokte af op productiefacturen ter waarde van 4,5 miljoen dollar en bracht er zelfs meer op dan blockbusters van het kaliber ‘Kong: Skull Island’. Een nieuwe winnaar dus voor (co)producent Jason Blum, die bewijst dat hij een oog heeft voor goede genrefilms. Niet dat hij dat nog moest bewijzen met onder meer ‘Insidious’, ‘Paranormal Activity’ en ‘The Purge’ op het cv. Geen wonder dat hij her en der gezien wordt als een erfgenaam van Roger Corman, die er ook een neus voor had om goedkope films steeds profitabel te maken. Peele zet met zijn debuut meteen al een record achter zijn naam: hij tekende voor het eerste debuut van een zwarte regisseur die meer dan honderd miljoen aan de kassa opbracht. Intussen mag je daar dus meer dan honderdzeventig miljoen van maken.
‘Get Out’ laat zich niet zomaar in een vakje onderbrengen. Het is een horrorthriller ja, maar tegelijkertijd is het moderne variante op de paranoïaklassieker ‘The Stepford Wives’ en op de Sidney Poitier-knuffelserenade ‘Gues Who’s Coming To Dinner’. Peele doet echter meer dan zomaar kopiëren: hij haalt de recalcitrante mixer boven en komt na het schudden en roeren met een ontknoping voor de dag die even vergezocht als geniaal is. Opvallend is ook de lichte toon die tussen de spanningsopbouw borrelt. Ergens is die logisch, daar Peele ook acteur en (stand-up)komiek is, die op nogal wat bijval kon rekenen voor zijn Barack Obama-impersonaties.
En waar ‘Get Out’ nu eigenlijk over gaat? Hoe minder je vooraf weet, hoe beter. Peeles eersteling is immers niet gebaat bij gelekte spoilers. De cineast kiest immers voor een intrigerende en trage opbouw, en geeft slechts bij mondjesmaat prijs hoe de vork in de steel zit. ‘Get Out’ is immers veel meer dan een op goor inzettende slasher: pas op het eind gaat Peele de grand guignol-toer op, en zelfs dan weet hij zich nog grotendeels te bedwingen om voluit de splatterkaart te trekken. Een bizarre dreigende sfeer, daar is het Peele in de eerste plaats om te doen. Met als insteek de blanke Rose (Allison Williams) die haar Afro-Amerikaans lief Chris (Daniel Kaluuya) meeneemt naar het ouderlijk huis in een rijke buitenwijk in New York om hem voor te stellen aan haar ouders en broer. En ja, daar gebeuren rare zaken. Als je vooraf wil weten wat, zoek je best je heil op een andere filmsite, want hier wordt dit stukje proza spoilervrij afgesloten. Al dan niet door een olifant met een lange snuit.
Simon Couwens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.