Stellen dat ‘The Greatest Showman’ een puur passieproject van Hugh Jackman is, is hetzelfde als beweren dat Donald Trump zich nu en dan aan een controversiële uitspraak waagt. Maar waar er in het politieke circus van die laatste showman enkel plaats is voor de rijke elite verwelkomt de titelfiguur in deze op ware feiten gebaseerde musical – circuspionier P.T. Barnum – elke freak, outcast of curiosum in zijn volkse variété.
Als hulpje van zijn kleermakende vader voert de jonge Barnum (Hugh Jackman) al geinige goocheltrucjes uit om het hart van Charity te veroveren, de dochter van een rijke edelman Barnum geen partij vindt voor zijn oogappel. Charity (in volwassen versie ravissant vormgegeven door Michelle Williams) volgt echter de liefde. Enkele jaren later lijkt het gezinnetje met verder twee dochters perfect gelukkig tot het scheepsbedrijf waar Barnum werkt plots failliet gaat. Hij raakt echter op slinkse wijze aan een lening en besluit werk te maken van zijn grote droom: een eigen muziektheater, bevolkt door rariteiten van de maatschappij. “Ze staren je toch na, dan kan je ze er net zo goed voor laten betalen”, is zijn motto en zo weet hij al snel een enthousiaste cast te verzamelen.
Als er iets is wat dit langspeeldebuut van visuele effecten-kunstenaar Michael Gracey ons vertelt, is dat het best gezellig moet geweest zijn in Barnums achterban. Maar om van een geslaagde
biopic gewag te kunnen maken, waren we graag ook iets meer over de man zelf te weten gekomen. Jackman, die zelf meer dan tien jaar lobbywerk verrichtte om dit project op groen te krijgen, verdiepte zich naar eigen zeggen nochtans in een paar dozijn boeken over de visionaire entertainer. Jammer dan dat het verhaal van Jenny Bicks en Bill Condon zich vervolgens beperkt tot een simpel en voorspelbaar
rags to riches-hindernissenparcours dat netjes alle genreclichés afvinkt en de titelfiguur nogal eendimensionaal opvoert als goedhartige verpersoonlijking van
the American dream. Terwijl de echte Barnum veeleer poenscheppende plantrekker zou geweest zijn, die niet gaf om zijn personeel, maar enkel om het geld dat ze hem opbrachten. Dat deze kritische noot totaal afwezig is in een afgelikte Hollywoodmusical verbaast echter niet.
Wie zich daar echter mee kan verzoenen, krijgt er alsnog een zwierige show voor in de plaats. De bewust anachronistische popliedjes van de hand van
‘La La Land’-wonderduo Benj Pasek en Justin Paul zijn bijzonder aanstekelijk – ‘This Is Me’ en ‘Never Enough’ nodigen al bij een eerste luisterbeurt uit tot meezingen – en over de vertolkingen valt geen kwaad woord te zeggen. Als de figuur Barnum af en toe weet los te komen van zijn bordkartonnen scenarioversie, dan is dat enkel de verdienste van Jackman, die zich vijf jaar na
‘Les Misérables’ opnieuw de ziel uit het lijf zingt. Ook Zac Efron, die een gevierd theaterregisseur vertolkt die met Barnum in zee gaat, heeft de nodige musicalervaring en dat valt eraan te zien. De jonge Disney Channel-ster Zendaya deed daarenboven ook nog eens haar eigen trapezestunts.
‘The Greatest Showman’ is voor een episch opgezette musical met zijn 105 minuten aan de korte kant. Dat verklaart zijn gebrek aan diepgang, maar zorgt er ook voor dat het geheel nooit log of langdradig wordt. Als mooi opgedirkte audiovisuele potpourri slaagt deze moderne mix van ‘Moulin Rouge!’, ‘The Greatest Show On Earth’ en ‘Freaks’ immers wel met vlag en wimpel.
Peter Janssens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.