M. Night Shyamalan heeft ons mooi bij ons pietje. Of ander lichaamsdeel. Door twee jaar terug met ‘Split’ een onofficiële en onaangekondigde sequel te draaien op zijn iets wat miskende millenniumcultfilm ‘Unbreakable’ zette hij zichzelf terug op de kaart, en kondigde hij meteen ‘Glass’ aan, het afsluitende deel van wat een trilogie zou worden. Hierin worden de personages van ‘Unbreakable’ samengebracht met die uit ‘Split’ op een manier waarop alles steek houdt. Of dat toch tenminste zou moeten doen.
Het door James McAvoy vertolkte personage zat initieel al in de eerste draft van ‘Unbreakable’. Shyamalan knipte er echter die volledige verhaallijn uit: enerzijds om de speelduur bevattelijk te houden, anderzijds om de focus op de centrale strijd tussen Bruce Willis en Samuel L. Jackson niet te verliezen. Weggooien deed hij zijn idee niet, en toen hij het uiteindelijk uitwerkte als alleenstaand verhaal, besloot hij toch om een opening in te bouwen met het oog op een eventueel drieluik. Aangezien ‘Split’ flink wat nieuwsgierigen naar de zaal wist te lokken, kostte het Shyamalan niet al te veel moeite om zijn verbindende afsluiter gefinancierd te krijgen.
In ‘Unbreakable’ ontdekte David Dunn (Willis) dat hij eigenlijk een superheld was, daar hij als enige een door superschurk Mr. Glass (Jackson) veroorzaakte treinramp overleefde. In ‘Split’ kwam Kevin Crumb (McAvoy) op de proppen, een vrouwenmoordenaar met 24 verschillende identiteiten. En in ‘Glass’ komt alles (min of meer) samen. Dunn is een echte superheld geworden die onder de naam ‘The Overseer’ onrecht bestrijdt. Zijn kracht: wanneer hij een persoon aanraakt, kan hij meteen zien of iemand zuiver op de graat is of niet. Zo komt hij in contact met Crumb (door de media gebrandmerkt als ‘The Horde’) en slaagt hij erin om vier door hem ontvoerde meisjes te bevrijden. Tijdens het handgemeen tussen beide mannen, worden ze gearresteerd en afgevoerd naar een instelling waar een psychiater (Sarah Paulson) tot in hun ziel wil doordringen en hen van hun waanvoorstellingen wil verlossen. Zit Mr. Glass toch ook wel in die instelling opgesloten zeker. En daar is Dunn vrij misnoegd over. Een confrontatie dringt zich op, net zoals een tussen The Beast (Crumbs meest gewelddadige identiteit) en Dunn.
Een insteek waar op zich wel wat mee te doen is, maar Shyamalans script verzandt helaas in pretentieus gebrabbel. Zelfs de twists op het einde vormen maar een flauwe hap. En dat is jammer: zonder valabele bestaansreden is het moeilijk om mee te zijn met de al bij al potente regie van Shyamalan en de geïnspireerde vertolkingen van Willis, Jackson en een meermaals in overdrive gaande McAvoy. Goed dat Shyamalan zichzelf terug op de kaart wist te zetten na de megaflop ‘The Last Airbender’ en de Jaden Smith-liefkozerij ‘After Earth’, maar met ‘Glass’ stelt hij toch teleur. Zeker omdat ‘Unbreakable’ en ‘Split’ wel wisten te begeesteren en de beloofde clash of the titans maar een kleine storm in een nog kleiner (gebroken) glas blijkt te zijn.
Waarom ‘Glass’ geen potten breekt? Het script dus. Zonder te verklappen welk punt Shyamalan wil maken, is het een beetje gek om in tijden waarin het superheldenfilms en comicverfilmingen regent terug te grijpen naar een wereld waarin superhelden en -schurken niet gedoogd zijn. Een punt dat ook al werd gemaakt in de eerste ‘X-Men’-film trouwens. Shyamalans superheldenfilm avant la lettre komt in die optiek meteen al twintig jaar te laat. Wat op zich niet erg is: anomalieën in voorspelbare tijden zijn altijd welkom. Maar om na twee uur en tien minuten tot de conclusie te komen dat alles wat je te zien kreeg uiteindelijk je koude kleren niet raakt en bovendien aan pretentie ten onder gaat is toch misschien wat teveel van het goede. Wat van ‘Glass’ waarschijnlijk de grootste teleurstelling van dit filmvoorjaar zal maken.