Jong sterven is altijd dedju. En hakt er diep in. Wereldwijd zelfs, als de onfortuinlijke jongeman of -dame een bekend iemand was. Getuige Chadwick Boseman, die in augustus op amper 43-jarige leeftijd bezweek aan de gevolgen van darmkanker. Gezien zijn supersterrenstatus die hij had vergaard door in de Marvelfilms in de huid te kruipen van zwarte panter T’Challa is het niet zo moeilijk te begrijpen dat er boven en onder de keerkringen met ongeloof werd gereageerd op Bosemans te vroege heengaan.
Een ironische kanttekening is wel dat de rol waarmee hij zoveel zieltjes wist te winnen, allesbehalve zijn beste was. In 'Black Panther' was hij in de eerste plaats een icoon. Wie Boseman echt goed wou/wil zien acteren zoekt beter titels als '42', 'Get On Up', 'Marshall' en deze 'Ma Rainey’s Black Bottom' op. Het is immers pas in die films dat het versatiele talent van Bosman echt tot zijn recht kwam.
'Ma Rainey’s Black Bottom' is de enige film van Boseman die postuum wordt uitgebracht. Het feit dat dit een van zijn beste vertolkingen ooit is en dat hij een monoloog heeft waarin hij de dood omarmt en het leven uitspuwt maakt de prestatie en de rol er extra schrijnend door. Het is trouwens niet alleen Boseman die de sterren van het dak acteert. Niemand in de vrij beperkte cast laat zich op een valse noot betrappen. Ook voor Viola Davis is dit een echte tour de force.
De Ma Rainey waarvan sprake heeft echt bestaan: ze was een van de eerste professionele blueszangeressen en ook een van de eerste Afro-Amerikaanse zangeressen die een platencontract in de wacht wist te slepen. Een taaie tante was het ook, als we tenminste mogen afgaan op het door August Wilson geschreven toneelstuk 'Ma Rainey’s Black Bottom' dat in 1982 voor het eerst werd opgevoerd. Denzel Washington wist de filmrechten te verzilveren in de nasleep van 'Fences', de Wilson-adaptatie de hij zelf regisseerde. Washington sloot intussen een deal met Netfllix om negen toneelstukken van Wilson te verfilmen.
Wilson boetseerde een fictief verhaal rond Ma Rainey, maar wel een dat perfect echt zou kunnen zijn geweest. Ma Rainey strijkt in 1927 met haar band neer in een opnamestudio in Chicago om daar een paar van haar succesnummers op te nemen in een platenstudio. De daaruit voortvloeiende conflicten tonen de clash tussen blanke platenbonzen en zwarte artiesten. In een nevenplot is ook ruimte voor een conflict tussen Ma (Davis) en trompettist Levee (Boseman) die droomt van een eigen carrière en het divagedrag van zijn brooddame beu is. Maar Levee heeft meer demonen te geselen, en het zijn die kwelduivels die hem uiteindelijk finaal uit het lood staan.
Kijk naast Davis en Boseman zeker ook uit naar het fijne acteerwerk van Colman Domingo, Glynn Turman en Michael Potts als de andere leden van Rainey’s begeleidingsband. Regisseur George C. Wolfe laat Wilsons creatie mooi ademen en schenkt aan de cast alle ruimte om te excelleren op de hoop en al twee locaties waar de film zich afspeelt. 'Ma Rainey’s Black Bottom' vertoont structuurmatig gelijkenissen met Norman Jewisons adaptatie van Charles Fullers stuk 'A Soldier’s Story'. In die whodunit kwam tussen de mazen door ook onverholen racisme aan de oppervlakte, en dat is tussen het gebakkelei van de bandleden ook het geval. Maar toch zonder dat het geforceerd overkomt. De twee verhalen die over blanke overheersing in the deep south gaan worden immers met teveel passie gebracht door respectievelijk Boseman en Domingo om ze als prekerige mokerhamers te zien. Bovendien passen ze perfect in de tijdsgeest waarin Ma Rainey al bij al verrassend ongegeneerd over haar zwarte kont mocht zingen.
'Ma Rainey’s Black Bottom' heeft inhoudelijke souplesse, wisselt tragiek af met verfrissende humor, is knap gemaakt en serveert knetterende acteergensters. Een mooie zwanenzang voor Boseman en een fijne film tout court.