‘Omdat je Fear Street 1994 hebt gelezen’ vind je dit waarschijnlijk ook interessant. 'Fear Street 1978', het middelste deel uit een trilogie die met 'Fear Street 1666' zijn finale beloop zal kennen. Geprangd tussen het eerste en derde deel weet 'Fear Street 1978' niet echt een gebalde vuist te maken. Een Quality Street is dit niet echt, laat staan een 'The Empire Strikes Back'-boulevard.
In plaats van het universum uit te breiden trappelt 1978 ter plaatse en zet het eigenlijk zelfs een stap terug. Je krijgt precies te zien wat in de teasertrailer aan het eind van 1994 werd aangekondigd, en geen sikkepit meer. Ben je tevreden met een heleboel in het donker gefilmde repetitieve bijlmoorden in een zomerkamp gepleegd door een behekste zot die jutezakgewijs knipoogt naar Jason Voorhees in 'Friday The 13th Part 2'? Dan zit je goed. Hoopte je net als in het eerste deel toch op wat meer variatie zoals de broodsnijmachinekwinkslag? Dan zou je hier op het eind wel eens een ‘mweh’ kunnen laten horen. Helaas, niemands hoofd verdwijnt in een - om maar iets te zeggen - ronde goudvissenbokaal. Of hoe het potentieel dat zich in het ook al onevenwichtige eerste deel openbaarde er in deze opvolger niet echt uitkomt.
Regisseuse Leigh Janiak en haar coscenaristen rapen gelukkig wat van de gevallen steken op door een min of meer solide karaktertekening toe te voegen aan de (nieuwe) personages. De tieners wiens leven in 1994 aan een zijden draadje hing zijn hier enkel van de partij in de eerste en laatste minuten. Hoofdbrok zijn ditmaal de deelnemers aan het vermaledijde zomerkamp in Camp Nightwing in 1978 waar de vloek van heksemie Sarah Fier voor nogal wat bijlen in lichamen zorgde. Maar niet voor hoofden in visbokalen dus.
Het centrale personage is dit keer de jeugdige versie (Sadie Sink) van C.J. Berman (Gillian Jacobs) die uit de doeken doet hoe ze destijds kon ontsnappen aan het bloedbad. Of liever, hoe ze met wat welgekomen hulp terug kon komen uit het dodenrijk. Op het hoe na allemaal zaken die al bekend waren uit 'Fear Street 1994': terplaatsetrappelcinema dus. Al slaagt Janiak er hoogstwaarschijnlijk wel in om een substantieel deel van de tienerdoelgroep te kietelen en misschien zelfs te ontroeren met de manier waarop ze de opgroeistrijd van C.J. ofte Ziggy portretteert. Sink bewijst dat haar stamina in 'Stranger Things' geen toeval was en dat ze uitstekend gedijt in het (tiener)horrorgenre. Haar gedrevenheid zorgt er zelfs voor dat 'Fear Street 1978' ondanks de narratieve nulwaarde alsnog een relevantie bezit. De dynamiek met haar oudere zus - die wel het bijlloodje legt - zit netjes in elkaar en het moment waarin ze 'Carrie'-gewijs wraak neemt op een pestkop is meteen de beste scène van de film. Tenzij afgehakte hoofden meer je ding zijn dan een keverdouche.
Slotsom: 'Fear Street 1978' bouwt zonder al teveel risico’s verder op het fundament van 'Fear Street 1994' en vindt de reddende engel vooral in een goed gecaste centrale actrice. Die net als heel wat andere castleden uit beide films ook present zal zijn in afsluiter 'Fear Street 1666' waar het volledige heksenverhaal hopelijk haarfijn uit de zwartekatdoeken wordt gedaan.