De inmiddels 75-jarige Paul Schrader, die recent nog de cancelcultuur even besmettelijk noemde als de deltavariant van het coronavirus, is een anomalie in huidig Hollywood. Terwijl generatiegenoten als Francis Ford Coppola en Brian De Palma geen stuiver bij elkaar gefinancierd krijgen, blijft de enfant terrible van de Amerikaanse onafhankelijke cinema onverdroten doorfilmen. Bescheiden is hij trouwens ook al niet. Toen hem naar een top-10 van de beste films van het afgelopen jaar gevraagd werd, plaatste hij ‘The Card Counter’ zonder gêne op het hoogste schavotje. Eigen kind, schoon kind.
Hoewel niet echt een origineel kind. Er valt iets voor te zeggen dat Schrader – als scenarist of regisseur – al bijna vijf decennia lang variaties op hetzelfde redemptieverhaal opdient. Zijn hoofdpersonages zijn vaak gewelde zielen, die op één of andere manier hun schuldgevoelens proberen te kanaliseren, niet zelden met excessief geweld. Vietnamveteraan Travis Bickle (Robert De Niro) uit ‘Taxi Driver’ is natuurlijk de bekendste, maar ook ex-militair Charles Rane (William Devane) in ‘Rolling Thunder’, gigolo Julian Kay (Richard Gere) in ‘American Gigolo’, drugdealer John LeTour (Willem Dafoe) in ‘Light Sleeper’, ambulancier Frank Pierce (Nicolas Cage) in ‘Bringing Out The Dead’ en eerwaarde Ernst Toller (Ethan Hawke) in ‘First Reformed’ zijn archetypische Schrader-karakters.
Nieuwste aanwinst in dat rijtje: de gewezen Irak-soldaat William Tell (Oscar Isaac), die na acht jaar celstraf vanwege oorlogsmisdaden zichzelf heruitvindt als professioneel pokerspeler. Hij trekt van casino naar casino en kiest bewust voor een leven als anonieme einzelgänger door nooit voor de grote winsten te spelen. Zo blijft hij onder de radar, al weten twee mensen hem daar toch te vinden: de talentscout La Linda (Tiffany Haddish), die voor William lucratieve tornooien wil fixen, en de getroebleerde jongeman Cirk (Tye Sheridan), die wraak wil nemen op de militair (Willem Dafoe) die verantwoordelijk is voor de dood van zijn vader.
“Het is aartsmoeilijk om een ernstige film te maken als mensen er geen meer willen zien”, aldus Schrader. Volgens hem zijn dan ook niet de films veranderd, maar wel het publiek. Deze hypnotiserende en onderkoelde noirthriller vraagt naar traditie van de auteurscinema uit de jaren ’70 een inspanning van de kijker. Liefhebbers van pokerfilms weze daarenboven gewaarschuwd: ‘The Card Counter’ gaat ongeveer evenveel over kaarten als ‘Taxi Driver’ over taxi’s en de deprimerende wereld van desolate casino’s, fraai in beeld gebracht door cameraman Alexander Dynan, is geen hartelijke gastheer.
Het is echter wel een wereld waarin een getergde loner zich kan verstoppen voor de demonen uit zijn verleden. Karakterkop Oscar Isaac zet een fenomenale vertolking neer als de stoïcijnse William, die verplicht wordt om zijn oude misdaden recht in de ogen te kijken. Die misdaden spelen zich in Williams geval af in de Abu Ghraibgevangenis en af en toe verbreekt Schrader de narratieve hoofdlijn met bevreemdende flashbacks van die Iraakse hel. Maar of het nu de oorlog in Irak of – zoals in Schraders vroegere werk – Vietnam is, de weg naar verlossing kent zelden een happy end.
Peter Janssens
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.