Kleine kans waarschijnlijk dat de naam J.R. Moehringer je iets zegt. Tenzij je een weetjesschuif in een van je hersenbanen hebt voorbehouden voor de lijst van Pulitzerprijswinnaars in de categorie newspaper feature writing. Want die eer viel hem in 2000 te beurt.
Dus ja, Moehringer is een (kranten)journalist, zij het een die zich inmiddels ook op de memoires- en biografiemarkt heeft gewaagd. Onder meer met een verslag van zijn eigen jeugd in het in 2005 gepubliceerde 'The Tender Bar'. En die memoires vormen dan weer de aanzet voor deze door George Clooney geregisseerde adaptatie. Clooney die deze keer enkel achter de camera staat, en niet ervoor. Sorry dames. En heren. En damesheren. En herendames. En Nespressodrinkers. En Martinislurpers.
Moehringer dus. Een schrijver met een jeugd zowaar, en die jeugd was frappant genoeg om in verhaalvorm weer te geven. Al gebeurt er nu niet meteen iets wereldschokkends in die jeugd. Zijn vader liet hem weliswaar op piepjonge leeftijd in de steek, en die vermaledijde sponslap keek daarna nog nauwelijks naar hem of zijn moeder om. De kleine J.R. ging dan maar samen met zijn moeder terug in het huis van zijn grootvader wonen, en daar was het een komen en gaan van neven, nichten en ander volk. Waaronder ook de nog thuiswonende oom Charlie. En die werd meteen de ersatzvaderfiguur die het leven van Moehringer in positieve zin tekende. Charlie hielp hem zijn weg zoeken, beschouwde hem zowat als zijn eigen zoon, voedde zijn leeskriebel en motiveerde hem om zijn schrijfambitie ter harte te nemen. En dat deed hij ook veel vanachter de bar in de lokale pub Dickens waar Moehringer onder de hoede van Charlie kind aan huis was, waar hij ook werd omarmd door heel wat vaste klanten en waar hij observerend inspiratie vond voor zijn eerste schrijfsels die hem initieel zelfs aan een job hielpen bij The New York Times na zijn studies aan Yale.
Valt hier een filmisch interessante afgeleide van te maken? Tot op zekere hoogte wel. Niet zozeer omdat de inhoud verheldert of verheft, maar omdat Clooney de tijdsgeest – verspreid over een stuk in de jaren zeventig en over een stuk in de jaren tachtig – sfeervol weet te evoceren – zeker het seventiesdeel. En omdat de twee centrale acteurs hun personages mooi vorm geven: Tye Sheridan als J.R. op ‘volwassen’ leeftijd en Ben Affleck als oom uit de duizend – in de jaren zeventig met wilde surfersharen en in de jaren tachtig met Kenny Loggins-baard.
Het resultaat is een sympathiek filmpje dat weerhaak- en risicoloos komt aankloppen voor een onderhoudend onderonsje en dat al bij al best weet te entertainen gezien de toch wel vrijblijvende en weinig substantiële ‘goed voor jou J.R.’-inhoud. Maar blijven plakken doet het amper.
Alex De Rouck
Niets uit deze publicatie mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke (per e-mail of brief) toestemming van de verantwoordelijke uitgever.