Het kan niet altijd prijs zijn. De eerste ‘Fantastic Four’ wist ons vorig jaar nog aangenaam te verrassen met z’n leuke terzijdes en perfecte dosering tussen actie en humor, maar dit tweede deel - waaraan je overigens heel sterk voelt dat het veel te snel klaargestoomd is om op het succes van de vorige te teren - kan de lijn van z’n plezierige voorganger niet doortrekken. Weg zijn de plezante grapjes en weg is de heerlijk relativerende superheldensfeer. Enkel in het begin probeert regisseur Tim Story nog geinig uit de hoek te komen, maar geef toe: wat is er nu nog grappig aan de onzichtbaarheid van Jessica Alba of de rekbaarheid van Ioan Gruffudd? Natuurlijk kan hij de eigenschappen van z’n personages niet veranderen, maar simpelweg verwachten dat de mensen opnieuw zullen lachen met dezelfde mopjes vinden we getuigen van iets te weinig inspiratie.
Ook het verhaal laat stevig te wensen over. De wereld wordt bedreigd door één of andere buitenaardse kracht en de boodschapper van al dit onheil is één of andere zilveren strijder, die - lach niet! - vanop z’n vliegende surfplank kraters creëert en huizen wegmaait dat het een lieve lust is. Maar de Fantastic Four zouden helemaal zo fantastisch niet zijn als ze de man niet zouden klissen. Al blijkt de zilveren surfer helemaal niet de man te zijn die ze hadden verwacht.
Vreemd beestje, deze tweede episode. Hij houdt het midden tussen een voorspelbaar en hopeloos onuitgewerkt (lang geleden dat een film ons met zo’n leeg gevoel de zaal liet uitgaan) sciencefictionavontuur en een emotionele parabel over lotaanvaarding – jawel, het gaat er soms bijzonder ernstig aan toe in ‘Fantastic Four: Rise Of The Silver Surfer’ en de opgestoken vingertjes die traditiegetrouw gepaard gaan met de nodige moraliserende levenslesjes lonken haast elke minuut om de hoek. Begrijp ons niet verkeerd: in essentie blijft dit een spektakelprent, waarbij het gros van het budget uitging naar een bespottelijke hoeveelheid effecten. De zilveren surfer uit de titel heeft echter niet de uitstraling op de kijker en het feit dat hij ons te veel doet denken aan de T-1000 (Robert Patricks contrarobot in ‘Terminator 2’) zal daar wellicht ook iets mee te maken hebben. Maar hoe onovertuigend hij er ook uitziet, het is nog niets vergeleken met de dialogen die hij uit z’n zilveren strot perst - de stem is afkomstig van Laurence Fishburne, die z’n lijnen met zo’n gebrek aan enthousiasme afhaspelt dat je er als kijker zelf neerslachtig van dreigt te worden. Op een bepaald moment in de film stelt Jessica Alba’s personage tegen haar geliefde dat ze beter zouden kiezen voor een gelukzalig gezinsleven en hun roekeloze avonturen de rug zouden toekeren. Ja, dachten wij meteen, als ze dat nu eens zouden doen.