Goeie sequels zijn als smaakvolle grappen in de Tom Green-show: moeilijk te vinden. Aan een puike film hoeft niks toegevoegd te worden. Aan een slechte film wil je niks toegevoegd zien. Hoe aangenaam het ook is om Gene Hackman opnieuw te zien rondhossen als de bezeten copper Popeye Doyle, ‘French Connection II’ is overbodig en middelmatig.
Op zoek naar de rottige drugsdealer die hem ontglipte in New York, reist Popeye Doyle naar Marseilles. Hij ondervindt dat het Franse politie-apparaat al net zo averechts draait als dat van Amerika. Ook in Marseilles heeft ‘Frog One’ Alain Charnier (Fernando Rey) vrij spel. Dat pikt Doyle niet en als ontketend gaat hij achter de leider van het drugssyndicaat aan. Charnier heeft de buik vol van Doyle's bemoeienissen en beslist hem een lesje te leren. Hij laat de lastige flik ontvoeren en pompt zijn lijf vol heroïne.
Het handvol goeie scenario-ideeën en de prima actie-scènes volstaan maar net om ‘French Connection II’ bestaansrecht te gunnen. Gene Hackman herneemt zijn stervertolking uit het eerste deel. Frankenheimers regiewerk is een flauw doorslagje van de moedige innovaties waarmee William Friedkin uitpakte. Het grootste deel van de tijd is het alsof je een minderwaardige televisie-adaptatie bekijkt. Ergst is echter dat ‘French Connection II’ de charme van het origineel deels verpest. Aan 't eind van ‘The French Connection’ valt immers een schot te horen. Kon van alles betekenen, dat schot, en 't was interessant om erover te speculeren.