‘A Good Woman’, gebaseerd op het stuk ‘Lady Windermere’s Fan’ van Oscar Wilde, profileert zich als een charmante tragikomedie, maar kan niet wegsteken dat hij in wezen een oubollige zedenschets is.
Robert (Mark Umbers) en Meg (Scarlett Johansson), beiden steenrijk en al een jaartje gelukkig getrouwd, brengen de winter door aan de Italiaanse kustlijn van Amalfi. Alles is koek en ei tussen de twee tortelduifjes tot op een dag de aantrekkelijke dame van middelbare leeftijd Mrs. Erlynne (Helen Hunt) in de streek arriveert en voor heel wat opschudding zorgt. Mrs. Erlynne liet in de Verenigde Staten immers een spoor van onbetaalde hotelrekeningen achter zich en bovendien staat ze bekend als een onverbiddelijke mannenverlindster.
De voornaamste verdiensten van dit wat zeurderige kostuumfilmpje zijn de prima vertolkingen van vooral Scarlett Johansson, die hier bewijst in opnieuw een ander filmgenre haar mannetje te kunnen staan, en Tom Wilkinson, immer solide als rijke aristocraat. Helen Hunt valt ietwat uit de toon en weet nooit enige levendigheid aan haar nochtans losbandige personage mee te geven. Hetzelfde kan gezegd worden van het verhaal, dat slechts sporadisch opgefleurd wordt door enkele spitante en geestige dialogen (’Bigamie betekent dat je één echtgenote te veel hebt. Monogamie betekent hetzelfde.’). Het met amoureuze perikelen en vunzige roddels doorspekte verhaaltje lijkt immers maar nooit van de grond te komen en kabbelt zich aan een lijzig tempo voort richting eindstreep. Er is nauwelijks sprake van een opbouw of een duidelijk afgebakende finale, waardoor je nooit echt in de film geraakt.
De regie van Mike Barker is eveneens weinig memorabel; ondanks een fotogenieke omgeving schiet hij maar weinig mooie plaatjes en is hij uitsluitend geïnteresseerd in de maar weinig interessante lotgevallen van de protagonisten. Enkele goede vertolkingen ten spijt, stinkt ‘A Good Woman’ te veel naar de mottenballen voor z’n eigen goed.