Paul W.S. Anderson, de begenadigde horrorcineast die ons met ‘Event Horizon’ en het geweldige ‘Resident Evil’ in een claustrofobische trance wist te brengen, weigerde de regie van ‘Resident Evil: Apocalypse’ om zich volledig te wijden aan ‘Alien Vs. Predator’, een formulehorrorfilmpje dat enkel de ongeoefende filmkijker nog enkele cheap thrills zal bezorgen.
Charles Bishop Weyland (Lance Henriksen) is een invloedrijk zakenman, die een team van onderzoekers en avonturiers optrommelt om samen met hem een expeditie naar Antarctica te ondernemen, alwaar hij een ingevroren piramide ontdekt heeft. Eenmaal gearriveerd, raken ze verwikkeld in de strijd tussen twee buitenaardse rassen, namelijk de aliens en de predators.
Hoewel ‘Alien Vs. Predator’ zich haast volledig in die piramide afspeelt, benut regisseur Anderson nergens de kans om enkele spannende tunnelscènes te creëren. Er wordt gemoord dat het een lieve lust is, maar nooit is er enige opbouw waarneembaar. De schepsels zijn er ineens, scheppen één of twee personen mee en zijn weer weg. Bovendien zijn de special effects verre van adembenemend en is de prent in z’n totaliteit veel te donker. Dit zorgt niet alleen voor een onduidelijke weergave, maar ook voor een lelijke uitstraling. Ook worden enkele legendarische kenmerken van de oorspronkelijke films tot op het vervelende af in de film verwerkt. Haast iedereen krijgt uiteindelijk een facehugger op z’n gezicht en baart wel één of andere alien. De predators zijn dan weer absurdistisch zichtbaar en onzichtbaar zodat de gimmick halverwege al uitgewerkt is.
En dan hebben we het zelfs nog niet gehad over de erbarmelijke vertolkingen van de voltallige cast. Sanaa Lathan valt volledig door de mand als heldin, Ewen Bremner maakt zich onsterfelijk belachelijk en Lance Henriksen heeft zich duidelijk van set vergist. ‘Alien Vs. Predator’ is zonder twijfel het te verwaarlozen broertje van beide filmreeksen en niet meer dan een goedkoop excuus om de lang platgelegen merchandise terug op gang te brengen!