Geluk is alleen maar echt als het gedeeld wordt. Gevleugelde woorden, die Christopher McCandless optekende in het dagboek dat hij bijhield tijdens z’n bijna vijf maand lange eenzame verblijf in een ‘magische’ bus in Alaska. Het was het einde van zijn queeste naar de puurheid en de vrijheid van het leven, een zoektocht die hij op amper 24-jarige leeftijd met z’n leven zou bekopen. ‘Into The Wild’, de vierde film waarvoor Sean Penn z’n gebruikelijke plaats voor de camera inruilt voor het regiegestoelte, vertelt zijn waar gebeurde verhaal.
Christopher (Emile Hirsch) studeerde met glans af, maar leek niet in het minst geïnteresseerd in een carrière. Hij schonk z’n spaarcenten aan een goed doel, reed z’n oude wagen klem en verdween met de noorderzon (zijn ouders hoorden niets meer van hem!), zwervend doorheen de Verenigde Staten met als enig doel voor ogen: overleven in de wilde natuur van het barre en ongerepte Alaska. Op zijn tocht ontmoet hij onder andere een hippiekoppel (Catherine Keener, Brian Dierker), een boer (Vince Vaughn) die niet in regel is met de wet, een koppel Scandinavische toeristen, een jong meisje (Kristen Stewart) en een oude man (Hal Holbrook) die reeds vroeg in z’n leven vrouw en kind verloor; personages die hij tekent, beïnvloedt, inspireert, maar die hij ook - onze avonturier is niet alleen idealist, maar ook een narcist en een egoïst - zonder pardon achterlaat.
De Christopher die door Sean Penn - en dus ook door auteur Jon Krakauer, op wiens werk hij deze film baseerde - wordt afgebeeld, heeft iets van een contemporaine Christus-figuur. Maar dan wel één die zich wil afzetten tegen de heersende consumptiemaatschappij en de tomeloze hypocrisie in de samenleving. Het mooie is echter dat regisseur en auteur hun subject niet veroordelen in zijn handelen, maar hem respectvol en waarheidsgetrouw voorstellen als de man die hij was. Gepaard met deze wondermooie ballade over de rechtstreekse confrontatie tussen mens en natuur gaan prachtige beelden van al dan niet besneeuwde bergpassen, weidse landschappen en verlaten snelwegen, die in de beheerste regie van Penn op verbluffende wijze accorderen met de knappe kippenvelsoundtrack van persoonlijke vriend Eddie Vedder (de frontman van rockgroep Pearl Jam).
In Emile Hirsch vindt hij bovendien de perfecte hoofdrolspeler; een jonge atletische adonis, die in één blik kan schipperen tussen verwaande zelfzekerheid en troosteloze angst om uiteindelijk te eindigen in verlossing. Wij zullen deze ontmoeting met Christopher McCandless - of z’n travellende alter ego Alexander Supertramp - alvast niet snel vergeten.
DVD-Recensie
Voor de liefhebber van de betere film is de dvd van ‘Into The Wild’ een absolute aanrader. Gepresenteerd in een fraai vormgegeven 2-disc editie vallen de extra’s misschien minder talrijk uit dan verhoopt, maar wat erop staat, loont wel stuk voor stuk de moeite. Of het nu gaat om een persconferentie met Sean Penn en Emile Hirsch of om meer achtergrondinfo over het verhaal of de ervaring die cast en crew opdeden bij het filmen, het is allemaal even interessant. Als bonus krijgt u er overigens ook een documentaire van National Geographic bij. Kortom: ‘Into The Wild’, één van de beste films van 2008, is een must.