‘American Splendor’ vermengt op gevoelige, miraculeuze wijze twee filmgenres: komedie (slechts een deel van de gedraaide komedies zijn écht grappig) en documentaire (vaak saaie stof, die boeiend in beeld gebracht moet worden).
In het knap gestructureerde verhaal maken we kennis met lowlife Harvey Pekar (Paul Giamatti). Hij doet niets anders dan wat rondhangen en zich stierlijk vervelen op zijn zoveelste job. In een vlaag van zinsverbijstering besluit hij een comic strip te ontwerpen. De reeks, getiteld ‘American Splendor’, kent enorm veel succes en wordt door iedereen positief onthaald. Wanneer Harvey dan ook nog eens een relatie begint met de ietwat excentrieke Joyce (Hope Davis), kan het voor hem niet meer stuk.
Terwijl we stap voor stap ingelijfd worden in de wondere wereld van de eigenzinnige Harvey, wordt het verhaal op verschillende momenten onderbroken door spitante, geestige monologen van de echte Harvey Pekar, die als extra toedracht op zijn leven een uitleg geeft aan de kijker. Deze manier van filmen is vrij bizar en zal zeker niet voor iedereen weggelegd zijn. Hope Davis weet prima haar mannetje te staan aan de zijde van een briljant acterende Paul Giamatti. Het eerste uur van ‘American Splendor’ is schitterend. Met daarbij een knappe soundtrack scoort de film op elk aspect. Het is pas in het laatste halfuur dat de film sterk in niveau daalt. Het verhaal wordt minder interessant en kent veel meer drama. Desalniettemin is ‘American Splendor’ een must. De film is dan wel geen pareltje, maar volgestouwd met voldoende extravaganza levert hij een interessante kijkervaring op.