Dario Argento heeft het nog. Met zijn vorige films kwam hij amper aan het niveau van zijn minder werk - ‘Sleepless’ luidde een donkere periode in en ‘The Card Player’ was helemaal om te huilen - en dus was de vrees groot voor deze ‘The Mother Of Tears’. Onterecht, zo blijkt, want dit klassiek potje giallohorror steekt dan misschien niet zijn beste werk naar de kroon, het is wel een mooie aanvulling op zijn ruime palmares. Maar eigenlijk was dat niet zo onverwacht.
Argento keert met deze genrefilm terug naar bekend terrein; het is de afwerking van een sinds lang openstaande trilogie. Met ‘The Mother Of Tears’ completeert de Italiaanse horrormeester namelijk zijn Mater-drieluik, dat in 1977 aanving met ‘Suspiria’, waarin Mater Suspiriorum (de moeder der zuchten) een lugubere balletschool oprichtte, en drie jaar later - in 1980 - een onofficiële opvolger kreeg met ‘Inferno’, waarin Mater Tenebrarum (de moeder der schaduwen) The Big Apple onveilig maakte.
Dertig jaar na de start van deze illustere trilogie is er eindelijk de release van het derde deel, gewijd aan de figuur van Mater Lacrimarum (de moeder der tranen), die haar opwachting maakt in de hoofdzetel van de Heilige Kerk: Rome. Het eeuwenoude kwaad maakt haar intrede echter pas nadat archeologe Sarah Mandy (Argento’s dochter Asia) het zegel verbreekt van een urn die op een Italiaanse begraafplaats werd opgegraven. In een mum van tijd worden de straten overspoeld door moorden, verkrachtingen en overvallen.
Met ‘The Mother Of Tears’, dat niet toevallig de look meekrijgt van een film uit de jaren tachtig, serveert Argento ons old fashioned horror op een bedje van naakte vrouwenlichamen en bloederige afslachtingen. De gruwel wordt niet geschuwd. Argento richt zijn camera rechtstreeks op de horror en trakteert de kijker al in z’n openingskwartier op een bitterweinig aan de verbeelding overlatende scène waarin een vrouw gewurgd wordt met haar eigen ingewanden én een scène waarin een moeder haar eigen baby van een hoogte naar beneden gooit. In dit slotstuk uit de Drie Moeders-trilogie omringt de Italiaanse filmer, die naar aloude traditie van zijn scenario een waar rommeltje maakte, zich ook met oudgedienden: de doeltreffende score - zoals steeds een mix van klassiek en gotiek - is opnieuw van Claudio Simonetti en dochter Asia speelt voor de vijfde keer een rol in een film van vaderlief. ‘The Mother Of Tears’, waarin vrouwen doorspietst worden dat het een lieve lust is, is geen revolutionaire cinema, maar het is wel vintage Argento. En dat was ook alweer een tijdje geleden.