Cinevision
Film besprekingen: bioscoop, dvd en Blu-ray

Nicolas Cage viel nooit eerder in een vervolg te bewonderen. Toeval of een bewuste carrièrekeuze, we weten het niet, maar wat de man bezielde om in ‘National Treasure: Book Of Secrets’ opnieuw in de huid te kruipen van nepavonturier annex schattenjager Benjamin Gates is helemaal een raadsel. Oké, deze weinig verrassende en hyperclichématige genreoefening zal niemand tegen de borst stoten - en mogelijk kunnen de echte fanatici er nog een beetje plezier aan beleven - maar de onzin die hij hier andermaal twee uur lang mag debiteren, grossiert in toevalligheden en irreële gedachtegangen. Een straffe die ons kan vertellen hoe Gates exact van de ene clue naar de andere laveert. Maar goed, daar mogen we ons waarschijnlijk niet te veel vragen over stellen.

In ‘Book Of Secrets’ gaan Gates en co op zoek naar een oude indianenschat. Reden van de speurtocht: een megalomane snoodaard (Ed Harris), die beweert dat Thomas Gates - betovergrootvader van Benjamin - niet de held was waarvoor hij doorgaat, maar wel een miezerige complotter, die zelf de moord op president Lincoln hielp plannen. Hij staaft zijn stelling met een goed bewaard document uit het dagboek van John Wilkes Booth, de man die tot op heden bekendstond als Abe’s killer. Ben kan het niet verkroppen dat zijn familienaam zo door het slijk gehaald wordt en hij is vastbesloten om de onschuld van z’n lang overleden familielid te bewijzen. Hoe hij dat doet? Door op zoek te gaan naar de schat waarnaar zijn betovergrootvader de weg uitgestippeld had. De eerste aanwijzing treft Ben aan op dat opgedoken document.

Het uitgangspunt van ‘Book Of Secrets’ raakt kant noch wal en ook al houdt cineast Jon Turteltaub er in het eerste uur het tempo goed in, toch blijft de hele opzet van de schattenjacht klinkklare nonsens. Nog ongeloofwaardiger is echter Benjamins speurwerk en het gemak waarmee hij zich overal weet binnen te wringen; nee, het is niet moeilijk om in Buckingham Palace binnen te dringen (de Queen is toch niet thuis!) of om de president van de VS te ontvoeren (hij houdt ook wel een beetje van archeologie!). ‘National Treasure: Book Of Secrets’ puilt uit van deze situaties en altijd moet je als kijker meeleven met zijn zoektocht, ook al is iets over halfweg alle logica definitief overboord gegooid.

Rest nog een paar mooi gefotografeerde locaties, enkele strak ingeblikte actiescènes - de achtervolging in de smalle Londense straatjes is vakwerk en ook de scène op het bewegende plateau wist ons eventjes tot nagelbijten te verleiden - en een goed acterende cast met naast Cage onder andere Diane Kruger, Jon Voight, Helen Mirren en Ed Harris. ‘National Treasure: Book Of Secrets’ heeft z’n momenten, maar je moet toch over een fikse dosis verbeelding beschikken.

Peter Janssens