Lakmoestesten, ze zijn niet onfeilbaar. Wie in de index van Anke Brouwers’ filmgeschiedenisboek ‘Mooi Zijn En Zwijgen’ op zoek gaat naar de namen van Anita Garvin, Mae Busch, Thelma Todd, Vivien Oakland en Daphne Pollard komt immers van een kale reis thuis. Geen spoor van deze dames in het boek. En toch is dit ‘gemis’ geen reden om dit leesvoer niet in huis te halen. Integendeel: het fijne aan ‘Mooi Zijn En Zwijgen’ is net dat het geen loutere verzameling van namen is. Het ontbreken van de actrices die het mooie weer maakten als comic relief in de korte en lange films van Laurel & Hardy is dan ook nauwelijks een smet te noemen. Jean Harlow - die vier keer met ‘den dikke en den dunne’ samenwerkte – maakt trouwens wel haar opwachting in het boek, zij het op een verrassende manier.
Verrassing is meteen het sleutelwoord tijdens het lezen van ‘Mooi Zijn En Zwijgen’. Deze kijk op het leven van een paar machtige - en minder machtige - en vaak vergeten vrouwen van de Amerikaanse stille film is immers geen academische biografische opsomming van de Mary Pickfords, Gloria Swansons en Lilian Gishes van deze wereld. Hun leven en werk komen uiteraard aan bod, maar zit ingebed in een ruimer stuk (Amerikaanse) filmgeschiedenis. Wat er tijdens de pioniersjaren op het scherm te zien was, was tegelijkertijd een afspiegeling van de toen geldende normen, waarden en veranderingen. Feminisme, suffragettes, technologische vooruitgang, gezinswaarden, emancipatie, censuur, de aantrekkingskracht van alles wat moreel verwerpelijk leek … Brouwers laat het allemaal de revue passeren in heldere en verslavend-lezende hoofdstukken. Netjes voorafgegaan met een reconstructie van de vroegste dagen van ons geliefd medium: van de eerste nickelodeons in groezelige achterbuurten tot de grote studioverhuis van New York naar Hollywood - die gespiegeld wordt aan de op zoek naar een beter leven-trek van de pioniers tijdens Amerika’s nog vroegere vormingsjaren.
De levendige beschrijvingen in het boek hebben trouwens bijna het effect van een slangenbezwering: de manier waarop sommige scènes een levendig tableau krijgen maakt het heel moeilijk om daarna niet even bij You Tube stil te houden voor een eerste of hernieuwde kennismaking met de vrouwelijke serialheldinnen van weleer, om te kijken hoeveel er nog overblijft van de pathetiek van de vroege melodrama’s, hoe aangebrand aangebrande cinema destijds echt was en hoe de filmtaal van toen zich verhoudt tegenover die van nu. Of hoe ‘Mooi Zijn En Zwijgen’ naast een mijmer- en leesboek ook een nuttig handboek blijft te zijn.
Een eerbetoon aan sterke vrouwen dus dit boek, maar ook wel een beetje aan sterke en minder sterke mannen en zeker ook aan sterke verhalen en aan sterke films … kortom, aan de sterke zevende kunst. Netjes gekoppeld aan dat moment waarop de magie voor iedereen begint – of dat kneasy earsy nosey in Laurel & Hardy’s ‘Fra Diavolo’ of de perikelen van Penny in Disneys ‘The Rescuers’ zijn speelt hierbij niet eens een rol. En ja, de krop in de keel mag je voelen als Brouwers even uitweidt over de vergankelijkheid van film(dragers). Als dit boek één ding leert, is dat er op weg naar die vergankelijkheid nog heel wat interessant kijkvoer te ontginnen is binnen de kantelen van meer dan honderd jaar filmgeschiedenis. En dat vergankelijkheid misschien ook relatief is in een boek dat een van de wiegen van de filmische bakermat met zoveel passie laat bewegen.
Uitsmijter vrij naar Frank Vander linden: Anke Brouwers schreef een boek, en ze deed dat goed. Meer dan zelfs.
‘Mooi Zijn En Zwijgen’ (288 pagina’s) is uitgegeven bij Uitgeverij Vrijdag.